Begeleidingsmethoden

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Begeleidingsmethodiek 
- Gebieden waar op je begeleid
- De drie niveaus van begeleiden
- Soorten begeleidingsmethodieken
- Oefenen casus 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsmethodieken
Begeleidingsmethodiek;
Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die worden gebruikt om een doel te bereiken. De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische handvatten, etc.
''Als een effectieve methode op de juiste wijze wordt gebruikt zal deze een positief effect hebben op de ‘zorgvrager, de zorgverlener(s) en de personen in de omgeving van de cliënt.''

Methodisch werken bevat een aantal stappen: 
verzamelen van informatie, vaststellen van behoeften en problemen, vaststellen van doelen, vaststellen van en plannen van activiteiten, uitvoeren van de activiteiten volgens planning, evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg en ondersteuning.



Slide 3 - Tekstslide

- Methodisch werken is van belang om een ‘’doel’’ te kunnen bereiken. Je denkt dus vooraf na over hoe je methodisch te werk gaat.

Slide 4 - Tekstslide

Autocratische --> begeleider bepaalt wat er moet gebeuren/geeft veel instructie. 

Democratische --> gericht op samen, neemt mening van cliënt serieus. Beslist in overleg met de cliënt. 

Lasez-faire --> stelt weinig eisen, afwachtend. Controleert niet of nauwelijks. 

• Instrumenteel begeleiden: behalen van resultaat met als doel meer of beter zelfstandig functioneren, er is veel aandacht voor taken en vaardigheden onder de knie krijgen en minder aandacht voor de cliënt als mens.

• Ondersteunend begeleiden: gericht op het welbevinden van de cliënt, een goed leefklimaat wordt als zeer belangrijk gezien, cliënten worden persoonlijk aangesproken en gekend. Het risico bestaat wel dat het uitvoeren van taken te weinig aandacht krijgt.

• Participerend begeleiden: begeleider en cliënt delen informatie en macht. (bevordert het welbevinden van de cliënt en de kwaliteit van het begeleidingsproces) De begeleider behandeld de cliënt als gelijke en neemt geen beslissingen zonder de cliënt de kans te geven invloed uit te oefenen. 

Situatie gericht leiderschap betekent dat je de begeleidingsstijl afstemt op de cliënt en de situaties waarin deze zich bevind. 

Begeleider word vaak ook wel persoonlijke coach genoemd. Het is eigenlijk een mix uit alle stijlen. Coaching kent de situationeel benadering (aandacht voor de taken en de mens). De mens heeft echter meer aandacht gekregen. Bij coaching is er meer aandacht voor de persoonlijke ontplooiing voor de cliënt. Het menselijk aspect is het uitgangspunt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herken je een van deze begeleidingsstijlen op je werk (bijvoorbeeld bij een collega?)

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn veel gebieden waarop je de cliënt begeleid

- Zoals gesprekken (informeren, bemiddelen, motiveren of ondersteunen)
Ook sociale gesprekken dienen een doel deze bevorderen de relatie tussen jou en de cliënt. Bijvoorbeeld wanneer je lastigere gespreken moet voeren.

- Het uitvoeren van verzorgende taken. Het gaat over de lichamelijke zorg. Het is belangrijk dat je altijd respect toont voor de integriteit van de cliënt. Vraag altijd toestemming aan de cliënt of leg uit wat je gaat doen.

- Het organiseren van ontwikkelingsgerichte activiteiten, ontwikkelingsgerichte activiteiten geeft je cliënt de gelegenheid om zijn cognitieve motorische en sociale, emotioneel vaardigheden te oefenen en te ontwikkelen. Voorbeelden van cognitieve activiteiten zijn lezen, maken van puzzel, geheugentraining, taal spelletjes, sorteren, liedjes zingen.

- Motorische activiteiten, wandelen, kleien, tekenen, bal spel doen, brood eten met mes en vork, jas dicht ritsen.
- Sociaal emotionele vaardigheden, samen werken aan een werkstuk, tafel manieren oefenen, drama activiteiten, spelen, samen feesten en verjaardagen vieren.

Slide 10 - Tekstslide

Begeleiden drie niveaus (wanneer zich een probleem voor doet of wanneer je een bepaald doel wilt bereiken kan je de begeleiding afstemmen op de cliënt, de situatie of je begeleiding). 

Vragen die je over de cliënt kunt stellen zijn, wie is de cliënt, wat zijn de mogelijkheden, wat zijn de beperkingen, wat wil de cliënt bereiken, waar heeft de cliënt behoefte, wat heeft de cliënt van mij nodig.

Vragen die je over de situatie kunt stellen, wat gebeurd er op dit moment, wie zijn er bij de situatie betrokken, welke rol spelen andere cliënten, wat is in deze situatie de beste aanpak, welke invloed heeft de ruimte, welke invloed hebben de regels, welke invloed heeft het materiaal aanbod. Wat is er nodig om de situatie positief te beïnvloeden. 

Begeleider, wie ben ik, welke kwaliteiten heb ik, wat zijn mijn sterke en zwakke punten, ben ik voldoende geïnformeerd, welke kennis heb ik over het onderwerp, welke ervaring heb ik opgebouwd en welke stijl heb ik ten aanzien van begeleiden.
Hoe bepaal je de begeleidingsmethode?


Doelgroep
Behoefte
Mogelijkheden van een team
Afstemming en commitment

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Sun-rise  (kind met autisme/thuisbegeleiding)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode werd in het filmpje toegepast?
A
Gentle Teaching
B
Triple C
C
Methode Heijkoop
D
LACCS

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode werd in het filmpje toegepast?
A
Gentle teaching
B
Sun Rise
C
COCP
D
Geef me de vijf

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze 

15 minuten break! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1

Cliënt met EMB Maisa
Maisa houdt van uitslapen en het ontbijt is een ramp voor haar. Het ontbijt hoort er nu eenmaal bij en iedereen wordt om dezelfde tijd gewekt. Het humeur van Maisa wordt er niet beter op.

Hoe kunnen de begeleiders de zorg beter aansluiten bij de behoeften van Maisa? 

Casus 2
Arjan (41 jaar) heeft sinds 8 jaar NAH en woont in een appartement van een woonlocatie. In de loop van de jaren is hij met ondersteuning van de begeleiding steeds zelfstandiger geworden in het voor zich zelf zorgen. Daar is hij trots op. Nu heeft Arjan de wens om een hond aan te schaffen, waar hij gezelschap aan heeft. Dit is de gesprekken met zijn begeleider regelmatig onderwerp van gesprek.
 Hoe kun je als begeleider Arjan zo ondersteunen dat hij zelf in beeld kan krijgen wat het hebben van een hond betekent, zonder je eigen mening te geven?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1
Cliënt met EMB Maisa
Maisa houdt van uitslapen en het ontbijt is een ramp voor haar. Het ontbijt hoort er nu eenmaal bij en iedereen wordt om dezelfde tijd gewekt. Het humeur van Maisa wordt er niet beter op. 

Hoe kunnen de begeleiders de zorg beter aansluiten bij de behoeften van Maisa? 

Slide 21 - Tekstslide

Belevingsgerichte zorg
Casus 2
Arjan (41 jaar) heeft sinds 8 jaar NAH en woont in een appartement van een woonlocatie. In de loop van de jaren is hij met ondersteuning van de begeleiding steeds zelfstandiger geworden in het voor zich zelf zorgen. Daar is hij trots op. Nu heeft Arjan de wens om een hond aan te schaffen, waar hij gezelschap aan heeft. Dit is de gesprekken met zijn begeleider regelmatig onderwerp van gesprek.

 Hoe kun je als begeleider Arjan zo ondersteunen dat hij zelf in beeld kan krijgen wat het hebben van een hond betekent, zonder je eigen mening te geven?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casussen nabespreken

Gezamenlijk klassikaal de casussen nabespreken. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1
Hoe kunnen de begeleiders de zorg beter aansluiten bij de behoeften van Maisa?  

Welke begeleiding zouden jullie kiezen? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1 (Uitkomst)
Maisa wordt nu als laatste gewekt en uit bed gehaald, ze hoeft niet in de woning te ontbijten en mag meteen door naar de dagbesteding. De boterham gaat mee in een trommeltje en rond 10 uur heeft ze trek en kan ze die vlot naar binnen werken. Het humeur van Maisa is ‘s ochtends nog steeds niet om over naar huis te schrijven, maar het levert geen strijd meer op. 

Slide 25 - Tekstslide

Belevingsgericht werkwijze
Casus 2
 Hoe kun je als begeleider Arjan zo ondersteunen dat hij zelf in beeld kan krijgen wat het hebben van een hond betekent, zonder je eigen mening te geven? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 2 uitkomst 
Door oplossingsgericht vragen te stellen en Arjan zijn eigen antwoorden en oplossingen te laten geven, kan Arjan voor zijn eigen besluit nemen of het aanschaffen van een hond een goede keuze is en wat het houden van een hond voor consequenties heeft. 

Slide 27 - Tekstslide

Oplossingsgericht werkwijze
Zijn er nog vragen? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies