8.1 je lichaam werkt

8.1 Alles werkt samen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.1 Alles werkt samen

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht:
Lees het nieuwsartikel dat voor je ligt. 
1. Wat vind je ervan dat we met cellen botten kunnen kweken/maken?
2. Wat vind je ervan dat we hiermee testen met dieren kunnen verminderen?
3. Wat vind je ervan als we op deze manier andere organen zouden gaan maken of misschien wel baby's?

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast blz. 65, 66, 68 en 70
Klaar? Maak de opdrachten vanaf opdracht 2. 


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les 


  • Je kunt de organen in de romp benoemen
  • Je kunt de onderdelen van een cel op een schematische tekening benoemen
  • Je kunt uitleggen wat orgaanstelsels zijn en hoe die samenwerken

Slide 4 - Tekstslide

Cellen 
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.

Celkern: regelt alles wat er in de cel gebeurt
celmembraan: vlies aan de buitenkant
cytoplasma: stroperige vloeistof

Slide 5 - Tekstslide

Weefsel
Groep cellen met dezelfde vorm en functie (taak). 

Bijv. 
- spierweefsel
- zenuwweefsel

Slide 6 - Tekstslide

Orgaan
Een groep verschillende weefsels die samen een taak uitvoeren.

Een onderdeel van je lichaam met één specifieke taak. 

Slide 7 - Tekstslide

Orgaanstelsel
Een groep organen die samen een taak uitvoeren

Slide 8 - Tekstslide

Orgaanstelsels
  • spierstelsel: alle spieren
  • verteringsstelsel: mond, slokdarm, maag, (lever, galblaas, alvleesklier), dunne en dikke darm, anus
  • ademhalingsstelsel: neus- en mondholte, luchtpijp, longen
  • bloedvatenstelsel: hart en bloedvaten
  • zenuwstelsel: hersenen, ruggenmerg en zenuwen

Slide 9 - Tekstslide

Samenwerking orgaanstelsels
Verteringsstelsel zorgt voor energie (uit voedsel)

Ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof

Via bloedvatenstelsel wordt energie en zuurstof door het lichaam verspreid

Slide 10 - Tekstslide

Energie voor alle organen
Elke cel doet aan verbranding om energie te krijgen (nodig om te leven)

De formule voor verbranding moet je kennen

Slide 11 - Tekstslide

Verbranding
afvalstoffen van verbranding: water en CO2 (koolstofdioxide)

Uitscheiding: verwijdering van afvalstoffen 

CO2 -> door longen
water -> door longen, nieren en huid 

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.1
Maken: opdracht 2 t/m 9

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna verder LEZEN 8.1 en maken t/m opdr. 14

timer
8:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Extra oefening

Slide 15 - Tekstslide

Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel > weefsel > organisme > organenstelsel > orgaan
B
cel > weefsel > orgaan > organenstelsel > organisme
C
cel > orgaan > weefsel > organenstelsel > organisme
D
cel > orgaan > organenstelsel > weefsel > organisme

Slide 16 - Quizvraag

Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel

Slide 17 - Sleepvraag

Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose

Slide 18 - Sleepvraag

wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 21 - Quizvraag