3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk

• Monotheïsme en polytheïsme
• Ontstaan christendom en kenmerken
• Ontwikkeling christendom in de oudheid
  

Monotheïsme en het jodendom

De Romeinen geloofden in meerdere goden

• Overwonnen volkeren > eigen geloof houden
• Dit geld ook voor de joden
• De joden geloven maar in één god (Jaweh) 
• Zij willen dus niet de keizer als god vereren!
  
  

De Romeinse provincie: Judea

De droom van keizer Constantijn de Grote

Het Jodendom

• De Joden geloven dus maar in één god (monotheïsme)
• Ook geloofde de Joden dat Jaweh ze een heilig land zou geven, genaamd: Israël
• Máár de Romeinen hebben Judea bezet
• Een verlosser zou de joden moeten redden van de Romeinen
  

Het Christendom

• In Judea leeft Jezus van Nazareth
• Na de dood zou men naar de hemel gaan (mits je goed hebt geleefd)
• Volgens de Joden is Jezus hun verlosser
• Zij (de Joden) geven hem de naam Christus
• Hierdoor ontstaat het christendom
  

Het christendom in het Romeinse Rijk

• Romeinen laten Christenen met rust > totdat er meer gaan bekeren
• Probleem: Joden en Christenen erkennen de keizer niet als god!
• Christendom wordt verboden en christenen worden gestraft (Nero)
  
• Straffen werkt niet, Contstantijn stopt in 313 met christenvervolging
  Hij werd zelf óók bekeerd
• Theodosius maakt van het christendom een staatsgodsdienst!
• De Romeinen gaan van: polytheïsme naar monotheïsme
  

Huiswerk donderdag 13 februari

Maken vragen 4 t/m 9 (blz. 124 t/m 126)