Les 3: De tijd indelen

De tijd indelen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De tijd indelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren over onze jaartelling? 
  • Handig om de tijd te ordenen
  • Belangrijke gebeurtenis als begin
  • Eeuwen
  • De tien  tijdvakken
  • Prehistorie en historie
  • Indeling van de prehistorie

Slide 2 - Tekstslide

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Julius Caesar (Romeins politicus, generaal en schrijver) werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2064 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 6 - Quizvraag

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noem je een periode van 100 jaar?
A
Millenium
B
Een eeuw
C
Een halve eeuw
D
Een kwart eeuw

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 11 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3e eeuw n. Chr.

Slide 12 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 13 - Quizvraag



Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 14 - Quizvraag

De tien tijdvakken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel tijdvakken zijn er?
A
5
B
100
C
12
D
10

Slide 17 - Quizvraag

Is de tijdsduur van alle tijdvakken even lang?
A
Ja, alle tijdvakken duren 1000 jaar
B
Ja, alle tijdvakken duren één eeuw
C
Nee, de tijdvakken duren niet even lang

Slide 18 - Quizvraag

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 19 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 20 - Quizvraag

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 21 - Open vraag

Wat vond je van deze les? Geef een cijfer.

Slide 22 - Open vraag