H3 paragraaf 4 en 7
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke landen vallen onder het 'centrum' in het centrum-periferie model?
A
Rijkere landen
B
Middelrijke landen
C
Armere landen
Slide 5 - Quizvraag
In het centrum-periferie model zijn centrumlanden en perifere landen gelijkwaardig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Op welke manier heeft kolonialisme bijgedragen aan de verdeling van arm en rijk in de wereld.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
van nationaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau verschuiven heet:
A
inzoomen
B
uitzoomen
Slide 21 - Quizvraag
van continentaal naar regionaal schaalniveau verschuiven heet?
A
inzoomen
B
uitzoomen
Slide 22 - Quizvraag
Als je inzoomt zie je ...... details.
wat moet er op de .... staan?
wat moet er op de .... staan?
A
meer
B
minder
Slide 23 - Quizvraag
Het platteland rondom de stad is vaak de lokale.....
wat moet er op de ... staan?
wat moet er op de ... staan?
A
centrum
B
periferie
C
semi-periferie
Slide 24 - Quizvraag
Als je naar een werelddeel kijkt dan noemen we dat?
A
nationaal schaalniveau
B
mondiaal schaalniveau
C
continentaal schaalniveau
D
regionaal schaalniveau
