boek A, herhaling en oefenen vragen par 3.2 p103-104

boek A, herhaling en oefenen vragen par 3.2 p103-104
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

boek A, herhaling en oefenen vragen par 3.2 p103-104

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
*lezen
*oefenen vragen
*maken vragen
*bespreken vragen

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Lees de leerteksten:
-'Arabische veroveringen' p103
-''Arabische wereld'' p104


Slide 3 - Tekstslide

Oefenen vragen
gebruik je laptop

Slide 4 - Tekstslide

Maken vragen
-Doe de laptop weg.
-Maak de vragen van het M&M boek.

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manier werd het islamitische rijk uitgebreid?
A
Door veroveringen
B
Dat ging vanzelf
C
Gebieden werden erbij gekocht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een kalief?
A
Een kalief is een opvolger van Mohammed.
B
Een profeet
C
Een Frankische koning

Slide 7 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij Mekka?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 8 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij Medina?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 9 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij Jeruzalem?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 10 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij Damascus?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de kaart. Welke kleur hoort bij het Arabische rijk?
A
groen
B
blauw

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van Arabische cultuur?
A
Arabische taal
B
islam als geloof
C
dezelfde islamitische regels
D
betalen met goud

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij?
gebied met Arabische cultuur
A
Arabische wereld
B
Islam
C
Moskee
D
Koran

Slide 14 - Quizvraag

Het Arabische rijk viel uiteen doordat
mensen soms niet willen luisteren naar een bestuur dat ver weg is. Ook was het Arabische rijk moeilijk te verdedigen.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Moslims waren niet verdraagzaam voor joden en christenen.
Ze mochten hun geloof niet houden.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Waarom waren moslims verdraagzaam
tegenover joden en christenen
A
Omdat ze allemaal in dezelfde god geloven.
B
Omdat ze allemaal in meerdere goden geloofden.
C
Omdat joden en christenen gedwongen werden om in dezelfde god te geloven.
D
Omdat joden en christenen meer belasting betaalden.

Slide 17 - Quizvraag

Moslims waren niet
verdraagzaam voor mensen die....
A
in één god geloofden.
B
in meerdere goden geloofden.

Slide 18 - Quizvraag

Is de Islamitische leider verdraagzaam ja of nee? (bron 20, p105)
A
ja, hij had joodse ambtenaren
B
nee, joodse mensen moesten voor hem knielen
C
ja, hij had christelijke ambtenaren
D
nee, christenen moesten voor hem knielen

Slide 19 - Quizvraag

Maken vragen
Ga aan de slag met de onderstaande vragen:
paragraaf 3.2 vraag 8-13

Je werkt in tweetallen. Heb je een vraag kom je naar de docent toe.

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken vragen
Controleer je gemaakte vragen aan de hand van het bord. Heb je antwoorden niet, schrijf ze over.

Als er niet genoeg tijd is, wordt het  nakijken huiswerk. De antwoorden staan dan in somtoday (bijlage).

Slide 21 - Tekstslide