Past Simple les 2 - Regular and Irregular verbs

Past simple
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past simple

Slide 1 - Tekstslide


Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 2 - Quizvraag

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - (i)ed of irregular verb 2e rijtje
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 3 - Quizvraag

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Past simple
Wat
Past simple
Wanneer
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe
Met –ed OF een onregelmatige vorm.
Signaalwoorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Voorbeelden
He walked her home last night.
I talked to him on the phone yesterday.
She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Slide 6 - Tekstslide


Wat is de Past Simple van look
A
looked
B
looket
C
looking
D
lookked

Slide 7 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van listen
A
listend
B
listenet
C
listened

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van study
A
studied
B
studyed
C
studiet

Slide 9 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van believe?
A
believeed
B
believes
C
believe
D
believed

Slide 10 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van shop?
A
shopped
B
shoped
C
shopd
D
shoppd

Slide 11 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van carry
A
carryed
B
carried
C
carriet

Slide 12 - Quizvraag

past simple of 'play'
A
playt
B
playd
C
played
D
playet

Slide 13 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van like?
A
liking
B
likes
C
likeed
D
liked

Slide 14 - Quizvraag

to be --->  was / were

Slide 15 - Tekstslide

past simple of
to find?
A
he found
B
he founds
C
he finded
D
he finds

Slide 16 - Quizvraag

past simple of
to fall?
A
we fallen
B
we fell
C
we falled
D
we felled

Slide 17 - Quizvraag

past simple of
to forget?
A
I forgot
B
I forgotten
C
I forget
D
I forgate

Slide 18 - Quizvraag

past simple of
to give?
A
we gived
B
we gave
C
we gaved
D
we given

Slide 19 - Quizvraag

past simple of
to tell?
A
I tells
B
I told
C
I tolden
D
I telled

Slide 20 - Quizvraag

past simple of
to go?
A
you gone
B
you goed
C
you wented
D
you went

Slide 21 - Quizvraag

past simple of
to hear?
A
we heard
B
we heart
C
we heared
D
we hearted

Slide 22 - Quizvraag

Past Simple of
to work?
A
works
B
worked
C
working
D
werk

Slide 23 - Quizvraag

Past Simple of
to see?
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 24 - Quizvraag

Past Simple of
to think?
A
they tought
B
they taught
C
they thought
D
they thinked

Slide 25 - Quizvraag

Past Simple of
to change?
A
changed
B
changes
C
changing
D
changeed

Slide 26 - Quizvraag

past simple of
to catch?
A
I catched
B
I catch
C
I caught
D
I chosed

Slide 27 - Quizvraag

past simple of
to feel?
A
we falled
B
we felt
C
we fell
D
felted

Slide 28 - Quizvraag

past simple of
to drive?
A
we drove
B
we droved
C
we drived
D
we driven

Slide 29 - Quizvraag

past simple of
to eat?
A
you eat
B
you eated
C
you ate
D
you ated

Slide 30 - Quizvraag

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drink
cook
give
have
see
catch
call
put

Slide 31 - Sleepvraag

De regels van de Past Simple is:
A
werkwoord + ing
B
was/were + werkwoord + ing
C
werkwoord + t
D
werkwoord + (e)d

Slide 32 - Quizvraag

WELL DONE YOU!

Slide 33 - Tekstslide