11.3 Zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

11.3 Zwangerschap 

Vanaf wanneer heeft een vrouw eicellen?

1. Geboorte
2. Puberteit
3. Overgang
4. Als ze zwanger wil worden

Hoe lang is een vrouw zwanger

1. 9 maanden
2. 11 maanden
3. 1 jaar
4. 8 maanden

Als je zwanger bent wordt je nog steeds ongesteld

1. waar
2. niet waar

Een vrouw kan zwanger worden als ze ongesteld is.

1. Juist
2. Onjuist

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?

1. 14 dagen
2. 28 dagen
3. 12 - 24 uur
4. 0 - 12 uur

Waar of niet waar?

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie.
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen.

1. 1 is waar
2. 2 is waar
3. 1 en 2 zijn waar
4. 1 en 2 zijn niet waar

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie en ovulatie plaats?

1. Wel menstruatie en geen ovulatie
2. Alleen ovulatie en geen menstruatie
3. Zowel menstruatie als ovulatie
4. Zowel geen menstruatie als geen ovulatie

Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en het spiraaltje. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?

1. Bij de pil
2. Bij de pil en condoom
3. Bij de pil en het spiraaltje
4. Bij alle drie.

11.3 zwangerschap Leerdoelen

- Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap.

- Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingsstoffen krijgt.

- Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.

- Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling.

- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.  

0 t/m 10 weken embryo: alle organen ontwikkelen zich

na 10 welken foetus: alles zit er al aan, het kindje groeit nu vooral nog.

Veranderingen bij de vrouw

• Eerste 12 weken nog niks te zien, 

wel kan de vrouw zich moe voelen

•  Na 20 weken kan de vrouw het 

kindje voelen bewegen

• Organen van de vrouw komen in 

de verdrukking, vaker plassen

• melkklieren groeien

Groeien van de baarmoeder

Placenta

- De placenta zorgt dat het kind voeding en zuurstof krijgt, dus kan groeien. (via navelstrengader)

- Afvalstoffen, zoals koolstofdioxide gaan van het bloed van het kindje naar het bloed van de moeder (via navelstrengslagader) 

Navelstreng

De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.

De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek. 

Door de navelstreng lopen 3 bloedvaten. Een navelstrengader en 2 navelstrengslagaders. 

De vruchtvliezen

Het embryo drijft in een vloeistof, dit is het vruchtwater, hieromheen zitten de vruchtvliezen  

Dit beschermt tegen schokken of stoten. 

Ook houdt het de temperatuur constant

Placenta

Het bloed van zowel de moeder als het kind loopt hier langs elkaar om stoffen uit te wisselen

Schadelijke stoffen

Bijvoorbeeld:

• Nicotine
  
• Alcohol
• Drugs
•  Bepaalde medicijnen

Schadelijke stoffen

Schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap komen via het bloed bij de baby. De placenta werkt als filter, maar nicotine, drugs en alcohol gaan er wel doorheen. Dit is slecht voor de baby. 

11.3 Les 1 

Maken opdr. 1 tot en met 14

begin op blz.83

11.3 zwangerschap 

Wat is GEEN kenmerk van zwangerschap

1. Overgeven
2. Grotere borsten krijgen
3. Vaak naar de wc
4. Chagrijnig zijn

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie en ovulatie plaats?

1. Wel menstruatie en geen ovulatie
2. Alleen ovulatie en geen menstruatie
3. Zowel menstruatie als ovulatie
4. Zowel geen menstruatie als geen ovulatie

Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en het spiraaltje. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?

1. Bij de pil
2. Bij de pil en condoom
3. Bij de pil en het spiraaltje
4. Bij alle drie.

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?

1. Baarmoeder
2. Embryo
3. Eierstokken
4. Placenta

11.3 zwangerschap

- Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap.

- Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingsstoffen krijgt.

- Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.

- Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling.

- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.  

Hoe leeft (groeien en ademen) de foetus in de baarmoeder ?

Hoe gaat de bevalling?

3 fasen:

1. Ontsluiting
2. uitdrijving
3. Nageboorte

Hoe gaat de bevalling?

Bij ontsluiting gaat de baarmoedermond een stukje open

Door de weeën wordt het kind naar buiten gedrukt= uitdrijving

Na de geboorte moet de placenta 'geboren' worden, de nageboorte.

0

De navelstreng

Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 

Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 

Dit is de navel.

Hoe ontstaat een tweeling?

11.3 les 2 

Maken opdr 16 t/m 22 + Nakijken