H1 Havo 3 2023 C 18 september bijvoeglijk naamwoord

Chapitre 1
Connecté!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Connecté!

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Dictée phrases-clés   
* Aansluitend aan dictée: getallen 
* Sujet et but(s)
* Huiswerk bespreken B
* C
* Begin D








Slide 2 - Tekstslide

Prends ton stylo!
Dictée voc. C 

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 4 - Tekstslide

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 5 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire c 
1. Volg jij ook bekende personen?                     
2. Ja dit is mijn account.
3. Heb je Instagram?
4. Ja, en ik post veel foto's.

Slide 6 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Les chiffres
Vertaal:                      

18
23
55 
61

Slide 7 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Les chiffres
Vertaal:                      

18 = dix-huit
23 = vingt-trois
55 = cinquante-cinq
61 = soixante-et-un

Slide 8 - Tekstslide

Prends ton livre!
Hulp nodig met de getallen?!

Livre d'activités: A
page 165


 








Slide 9 - Tekstslide

Dictée chapitre 1: Les chiffres
Vertaal:                      
8     = huit
55   = cinquante-cinq
21   = vingt et un
60   = soixante
62   = soixante-deux

Slide 10 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 11 - Tekstslide

Sujet
Quel est le sujet de chapitre 1? 

Quels sont les buts?


Slide 12 - Tekstslide

Sujet
Le sujet de chapitre 1: 
Raconter de tes amis et les réseaux sociaux.

Les buts:
Het bijvoeglijk naamwoord
Herkennen: verleden tijd (imparfait)
Het regelmatige werkwoord eindigend op -re

Slide 13 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 26: B bespreken

Exercices: 10 a b c d en 11 a
 
Werken met woordenboek







Slide 14 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 28: C 

Exercices: 12 a b c d
 








Slide 15 - Tekstslide

Parler français!

Slide 16 - Tekstslide

Tu es sur une terrasse....

Slide 17 - Tekstslide


* Quel est le code WiFi?

*Tu as Instagram?

*Tu publies beaucoup de photos?

*Tu suis aussi des personnes connues?





* C'est......

* Oui, voilà mon compte.

* Oui, et je publie aussi des vidéos.

*Non, je ne suis pas de stars.




Slide 18 - Tekstslide

* Quel est ton code WiFi?

*Ton frère a Instagram?

*Il publie beaucoup de photos?

*Patrick suis aussi des chanteurs?
*Patrick suis aussi des acteurs?


* C'est......

* Oui, voilà son compte.

* Oui, et Partrick publie aussi des vidéos.

*Non, il ne suis pas de chanteurs.
* Oui, il suis surtout des acteurs.



Slide 19 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 30: D 

Exercices: 15 t/m 17 alles
 








Slide 20 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 21 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
* zegt iets van een zelfstandig naamwoord:
een groot groen huis (une grande maison verte)

* kan veranderen qua vorm (schrijfwijze):
een groot huis  / het grote huis      (une grande maison)
een kleine tuin / de kleine tuin        (un grand jardin)

Slide 22 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (vorm)
In het Frans kent het bijvoeglijk naamwoord 4 vormen:
 
grand       grande                             petit     petite
grands      grandes                         petits    petites
      groot/grote                                    klein/kleine

deux grandes maisons               trois petits jardins

Slide 23 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (onregelmatig vormen)
Soms verandert er meer dan 1  letter: 
beau           belle                             vieux     vieille
beaux         belles                          vieux      vieilles
      mooi/mooie                                   oud/oude

deux belles maisons               trois vieux jardins

Slide 24 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

une maison moderne                                  een modern huis
une route dangereuse                                een gevaarlijke weg
un garçon intelligent                                  een intelligente jongen
deux filles sportives                                     twee sportieve meisjes

Slide 25 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 26 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau

Slide 27 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir,  vert etc. (alle kleuren)
allemand,  anglais,  espagnol etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: une fille anglaise intelligente

Slide 28 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 30: D 

Exercices: 15 t/m 18

Bijvoeglijk naamwoord
 








Slide 29 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "B" blz. 24: opdracht  8, 9 a en b, 10 a b c d en 11a
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Alleen in stilte
Tijd     :  10 minuten
Resultaat: Klassikaal afronden
Klaar  :  Start leren van de phrases-clés Fr-Nl en Nl-Fr zie blz. 50

Slide 30 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 31 - Tekstslide

Les devoirs

Leren vocabulaire C                   Fr-Nl en Nl-Fr
Maken B : 8 t/m 11




Slide 32 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 33 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 34 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 35 - Woordweb

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 36 - Open vraag