Rekenen

Rekenen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhalen vermenigvuldigen en delen

Negatieve getallen & volgorde van bewerken

Slide 2 - Tekstslide

Getallen bewerken
Denk altijd aan temperatuur of geld.
VB1: Het is 2 graden buiten. Het wordt morgen 5 graden kouder. De temperatuur is ...
Verschil 2 en 5 is 3. Dus -3 graden.

VB2: Je hebt 30 euro op je rekening. Je telefoon abbonement van 45 euro wordt afgeschreven. Je nieuwe banksaldo is  ... 
Verschil 30 & 45 is 15. Dus €-15.

+- of -+ = -

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1:
2 - 5 =
8 - 10 =
-5 - 10 = 
-7 + 4 = 
-4 + -2 = 
3 + -2 =


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2:
A

Sprongen van 5. Van 17 terug naar - 8 is .... sprongen

Sprongen van 6. Van -10 naar 20 is .... sprongen

Sprongen van 3. Vanaf -9 maak je 5 sprongen. Je komt uit op ...? 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3
Het vriest 2 graden. Morgen wordt het 3 graden warmer. Morgen wordt het ... graden.
Het is vandaag 5 graden. Morgen wordt het 10 graden kouder. Morgen wordt het ... graden.
Het vriest 4 graden. Het gaat in de nacht 6 graden meer vriezen. Vannacht wordt het ... graden.

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde van bewerken
Vier D Op Afstand - Vermenigvuldigen/Delen en Optellen aftrekken.
1. Eerst wat tussen haakjes staat.
2. Vermenigvuldigen of delen van links naar rechts.
3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.
VB: 5 + 2 x 6 : 3 =
Eerst 2x6 want van links naar recht. 2x6 is 12 dus wordt het: 5 + 12 : 3 = 
Dan delen. 12:3 is 4 dus wordt het: 5 + 4 = 
Dan optellen. 5 + 4 = 9

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 2:
(5 - 2) x 6 : 3 =
Eerst tussen haakjes. 5-2 is 3 dus wordt het: 3 x 6 : 3 = 

Vermenigvuldigen en delen zijn gelijk. Dan van links naar rechts. 3x6 is 18 dus wordt het: 18 : 3 = 

Ten slotte delen. Dus 18 : 3 = 6.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4:
Met tussenstappen!
40 + 4 x 6 = 
20 - 8 : 4 = 
(18 + 9) : 3 = 
2 + (6 - 1 + 7) = 


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 5
Het water staat in een sluis 180 cm onder N.A.P. Na het openen van de sluisdeuren stijgt het water 295 cm. Hoe hoog staat het water daarna? In centimeter en meter.

Slide 10 - Tekstslide