Week 4 Angststoornissen en psychose

Angststoornissen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Angststoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angststoornissen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ben jij bang voor?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3 Hoofdgroepen
Angststoornissen​
Obsessief compulsieve en verwante stoornissen​
Trauma en stressgerelateerde stoornissen​

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat voel jij in je lijf als je angstig bent/schrikt?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen van angst en paniek

  • Hartkloppingen​
  • Pijn of beklemd gevoel op de borst​
  • Zweten​
  • Ademnood het gevoel te stikken​
  • Duizeligheid of het gevoel flauw te vallen​
  • Snel en hijgend ademhalen​










  • Trillen of beven​
  • Misselijkheid of diarree​
  • Een doof gevoel of tintelingen in de ledematen​
  • Een gevoel van onwerkelijkheid, alsof men naar een film kijkt​
  • Mensen denken vaak zelf dat ze een hartaanval krijgen.​
  • Hyperventilatie​

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angst
Overlevingsmechanisme
Selectieve waarneming
Vervorming



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 15 minuten
- wat is een angststoornis
- wat is een fobie
- wat is het verschil tussen angst en een fobie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen angst en vrees?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire angst?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste angststoornissen
  • Paniekstoornis​
  • Fobie​
  • Gegeneraliseerde angststoornis​
  • Dwangstoornis – obsessief, compulsief​
  • Ptss​

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paniekstoornis
  • Uitzonderlijke irrationele angst.​
  • Aanvallen​ 
  • Lichamelijke kenmerken​ 
  • Angst om de angst.​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fobie
Hevige of onredelijke angst voor een bepaald object of situatie, waardoor normale functioneren belemmerd wordt.​

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke fobieën ken je?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Fobieën in hoofdgroepen
Enkelvoudige fobieën​
Hypochondrie​ 
Sociale fobie​ 
Straatvrees​

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeneraliseerde angststoornis
  • Doorlopend angstig, nerveus​
  • Geen ontspanning​ 
  • Behoefte aan geruststelling​ 
  • Voelt zich vaak -beschaamd​ 

                               -schuldig​

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangstoornis
Obsessie = dwanggedachte​
Compulsie = dwanghandeling​ 
Zorgvrager ervaart het zelf ook vaak als absurd, maar kan het toch niet onderdrukken​

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTSS
Post-Traumatische-Stress-Stoornis​
Gebaseerd op reële gronden!​
Hoe langer het trauma duurt en hoe minder invloed het slachtoffer ervaart hoe groter het trauma. 
Opvang naderhand speelt ook een rol

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trauma
Als de gebeurtenis leidt tot blijvende gevolgen. ​
Trauma= wond​ 
Extreem verlies aan controle. ​ 
Ontwrichting​

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties op (extreme) angst
  • Waakzaamheid​
  • Hechtingsgedrag​
  • Vluchten​
  • Vechten​
  • Bevriezen​
  • Dood houden of totale overgave​

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen (extreme) angst
Gevaarlijke situaties vermijden​
Hoe enger, hoe preciezer opgeslagen​
Snelle activatie van eerder opgeslagen angstige ervaringen​

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling angststoornissen
Farmacotherapie​
Cogniteve gedragstherapie​
Exposure therapie (VR)
EMDR​

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen als iemand extreem angstig is?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij angst/paniekaanval

  • Vroegtijdig signalen herkennen​
  • Probeer angst in te schatten​
  • Afspraken (maken) kom ze na!​
  • Blijf zelf kalm​
  • Blijf bij de zorgvrager​

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag heb ik geleerd

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Psychose en Schizofrenie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke droom herinner je je van vannacht?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Psychose
Een toestandsbeeld met stoornissen in het denken, de zintuiglijke waarneming en het handelen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve symptomen
Symptomen die opvallend aanwezig zijn​

Formele denkstoornissen​(sneller, langzamer)
Inhoudelijke denkstoornissen​ (wanen)
hallucinaties​ 

Ilusies​ 
Katatonie
Negatieve symptomen
Symptomen die opvallen door afwezigheid van normaal gedrag. ​
initiatiefverlies en apathie​ 
affectvervlakking​ 
gedachte en spraakarmoede​ 
Anhedonie (geen vreugde kunnen voelen)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waan
Denkbeeld dat niet overeenkomt met geaccepteerde opvattingen/ideeën

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Vergiftigingswaan;​
Paranoïdie:
Betrekkingswaan;​
Achtervolgingswaan;​
Grootheidswaan;


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hallucinaties
Een hallucinatie is een zintuiglijke waarneming die als werkelijkheid wordt ervaren door degene die hallucineert, maar die niet overeenkomt met wat er in de werkelijkheid gebeurt ​

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Visuele/gezichts hallucinaties; 
Akoestische, auditieve of gehoorshallucinaties;​
Reukhallucinaties; ​
Smaakhallucinaties
gevoelshalluciniaties​




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Illusies
Zintuigelijke vervalsingen, vergelijkbaar met hallucinaties

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katatonie
Een toestand met specifieke bewegingsstoornissen/motorische symptomen. ​

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NegatieveSymptomen
Ontbreken van gedrag dat normaal wel aanwezig is

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Initiatiefverlies en apathie
Affectvervlakking (geen emoties kunnen voelen)
Gedachten armoede
Spraakarmoede
Anhedonie (innerlijke leegte, geen interesses hebben)



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen Psychose
Controleverlies​
Functionele cognitieve problemen​ 
Emotionele afvlakking​ 
Sociale cognitieve problemen​ 
Depressieve stemmingsklachten​ 
Angst, agitatie en agressie​ 
Sociale uitsluiting​ 
Verlies van vaardigheden​ 
stigmatisering​

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schizofrenie

Chronisch verloop van meerdere psychoses

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een positief symptoom bij psychose
A
Anhedonie
B
Grootheidswaan
C
Initiatiefverlies
D
Katatonie

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen a.d.h.v. casuïstiek
- Oefen in tweetallen
- Om welke stoornis gaat het? 
Kies uit; 
Persoonlijkheidsstoornis
Psychose
 Angststoornis
 Depressie 
- Bedenk welke begeleiding je moet toepassen bij de stoornis
- Wat wil je bereiken in het gesprek? Wat is je doel?

10 minuten per casus - daarna bespreken met elkaar!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1
Yvonne de Graaf (58 jaar) is al jaren in zorg bij de thuiszorg. Ze heeft een slechte gezondheid en rookt en drinkt erg veel. Ze is bijna niet meer in staat om te lopen omdat ze een jaar geleden een nieuwe knie heeft gehad, maar ze er niet op wilde lopen vanwege de pijn. He werkt sinds een paar weken bij mw. Ze doet erg lief en aardig en geeft je regelmatig een reep chocolade. Ook vraagt ze veel naar je familie. Je hebt vandaag de zorg afgerond en schrijft je laatste rapportage op. Yvonne vraagt of je nog even wilt blijven voor de gezelligheid. Je legt uit dat dit niet kan omdat het erg druk is, maar je bent nog maar amper uitgesproken of Yvonne loopt rood aan en begint keihard te schreeuwen. Ze slingert allerlei verwensingen naar je hoofd en blokkeert vervolgens de voordeur met haar scootmobiel. Ze schreeuwt; `Je gaat me sowieso al die chocoladerepen teruggeven, vuile profiteur!' En als je dat niet doet dien ik een klacht in dat je me dwingt om je cadeautjes te geven.

Slide 45 - Tekstslide

Persoonlijkheidsstoornis
Casus 2
Aukje Stiksma is een 76- jarige vrouw, afkomstig uit het noorden van het land. Ze is 30 jaar geleden naar de regio Rotterdam verhuisd voor het werk van haar man, die inmiddels is overleden. Samen hebben ze drie kinderen, die vroeger echter stelselmatig werden mishandeld door haar man. Ook Aukje zelf was regelmatig slachtoffer. De kinderen hebben lang geen contact gehad maar sinds het overlijden van haar man is dat hersteld. Aukje is in zorg bij de thuiszorg voor wondzorg in verband met een diabeteswond. Ze doet echter vaak de deur niet open. Zodra verzorgenden tegen haar praten prevelt ze onophoudelijk roomse gebedjes en geeft ze zelden antwoord. Doorgaans kijkt ze iedereen aan met grote, bange ogen. Ook klaagt ze over vergeetachtigheid en zware vermoeidheid. Je bent inmiddels bij Aukje binnen en je loopt naar haar toe voor de wondzorg. Opeens zie je dat ze overeind schiet en achter je wijst. O ja.... je was vergeten vooraf te melden dat je een mannelijke stagiaire mee zou nemen vandaag.....

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Casus 3
Stil ligt ze in bed. Volkomen uitdrukkingsloos staart mw. Jansma naar het plafond. Alle moed en energie ontbreekt haar om uit bed te komen. Als je haar vraagt uit bed te komen zegt ze stamelend: Ik heb het niet goed gedaan, ik kan het niet, hoe moet het? Ik ben zo slecht, heb zoveel schuld. Ik weet het niet. Mijn man houdt ook niet meer van me. Ik weet niets meer. Jij weet dat haar man elke dag op bezoek komt en alles in het werk stelt om zijn vrouw nog zo gelukkig mogelijk te maken. Je merkt op: 'U voelt zich vandaag erg somber`. Even kijkt mw. Jansma je aan. `Och... laat me maar gewoon liggen.... voor altijd`.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wandelt met Wouter door het park. Wouter is al jaren opgenomen in een instelling voor gehandicaptenzorg en jij bent zijn persoonlijk begeleider. Hij kijk gefascineerd naar de bomen en blijft praten over al de verschillende kleuren groen die hij ziet. Plotseling kijk hij op zijn horloge. ‘Het is 5 voor half 3! We moeten nu gaan want over 5 minuten moet ik koffiedrinken met Roger’. Je zegt; ‘dat halen we niet, want het is nog zeker een kwartier lopen voor we op de afdeling terug zijn. Kunnen we niet whatsappen dat je 10 minuten later bent?’. Wouter kijkt ongerust naar je; ‘nee natuurlijk niet. Laten we gaan rennen!

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dhr. de Jong is 68 jaar en opgenomen in een verpleeghuis. Hij heeft al 35 jaar schizofrenie, maar ook al 20 jaar stabiel door depotmedicatie. De verpleeghuisarts heeft een paar weken geleden het depot gestopt omdat hij dacht dat dhr. dit niet meer nodig zou hebben. Dhr. is nu behoorlijk achterdochtig en het is heel lastig contact maken met dhr. omdat hij niemand meer vertrouwt. Dhr. zit al de hele dienst op zijn kamer en je wil graag dat hij even koffie komt drinken in de huiskamer. Je gaat naar hem toe om hem daarvoor uit te nodigen.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Yvonne (26) is drie dagen bevallen van haar tweede kindje, Eva. Bij haar eerste kind (Ben) heeft ze last gehad van een postnatale depressie (PND) die bijna 2 jaar duurde. Je komt ’s morgens aan en vraagt Yvonne hoe het gaat. ‘’Mwah, al 2 nachten niet zo best geslapen. Ik voel me een beetje machteloos. Het kindje is zo klein hè, zou ik het wel goed doen?”. Je houdt een kort gesprekje met Yvonne en begint met de ochtendroutine. Een paar uur later tref je Yvonne aan boven het bedje van Eva. Ze heeft een vreemde, strakke uitdrukking op haar gezicht. Als ze merkt dat je er bent draait ze zich om; “ik kan het niet. Ik…, ik raak uitgeput. Ik kan dit niet, andere moeders zijn veel beter als ik”.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies