Paragraaf 6.1 en 6.2

Paragraaf 6.1 
6.1 Je inkomen wordt belast


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.1 
6.1 Je inkomen wordt belast


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze les leer je:
  • waarom loonheffing wordt ingehouden
  • wat inkomstenbelasting is
  • wat belastbaar inkomen, eigenwoningforfait en bijtelling is
  • wat aftrekposten zijn
  • hoe je het belastbaar inkomen berekent



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking belastbaar inkomen
Studiekosten: €1.200+€624 = €1.824
Totaal inkomsten: €50.180
Totaal aftrekposten: hypotheekrente (€6.345) + studiekosten (€1.824) = €8.169
Belastbaar inkomen = €50.180 - €8.169 = €42.011

Slide 6 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

hoe je in box 1 de belasting berekent met behulp van het schijventarief
dat we in Nederland een progressief belastingtarief hebben
hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
wat de heffingskorting is

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor soort belastingstelsel heeft Nederland?
A
Progressief belastingstelsel
B
Proportioneel belastingstelsel
C
Degressief belastingstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Bereken de belasting in box 1 voor Tim
A
€11.686,50
B
€11.687
C
€11.686
D
€27.454

Slide 11 - Quizvraag

Vermogenrendementsheffing berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Heffingskorting
1. Algemene heffingskorting (voor iedereen)
2. Arbeidskorting (voor werkenden)

Slide 13 - Tekstslide

Berekening verschuldigde inkomstenbelasting

Slide 14 - Tekstslide

In box 1 betaalt Imane € 22.198, in box 3 betaalt ze € 243.
Ze krijgt € 3.562 aan heffingskortingen.

Bereken het bedrag dat Imane aan inkomstenbelasting betaalt.
A
€25.517
B
€18.879
C
€18.393
D
€22.198

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk
(Eventueel) paragraaf 6.1
Paragraaf 6.2

Slide 16 - Tekstslide