Spelling H4 tussenletters

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leest in het boek Zes seconden.
- Je leert samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (mededeling: leesvaardigheid) (5 min)
- Lezen Zes seconden en literaire begrippen(25 min)
- Terugblik: koppelteken en weglatingsstreepje (10 min)
- Uitleg: tussenletters (5 min)
- Zelfstandig werken (15 min)
- Afsluiting  (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Toets:  op niveau 42 - 48 punten op niveau 
Trainingen leesvaardigheid:
o Woensdag 2 februari 
o Donderdag 17 februari 
o Woensdag 23 februari
o Donderdag 10 maart
Leerlingen moeten vooraf wel even een mailtje sturen om zich aan te melden (a.van.tuijl@cals.nl)


Slide 4 - Tekstslide

Gebruik je molboekje voor het maken van aantekeningen

Hoofdstuk 4 en 5  

Noteer:
(Literaire begrippen:) personages (wat weet je van ze?), ruimte, tijd, spanning en perspectief.

Slide 5 - Tekstslide

Literaire begrippen
- Ruimte 
- Spanning

Slide 6 - Tekstslide

Ruimte 
De plaats(en), het weer en het tijdstip bepalen de sfeer van een situatie. 
De schrijver kiest hiermee voor een bepaalde (gezellige, enge, spannende of mysterieuze) sfeer. 
Denk bij ruimte niet alleen aan de letterlijke plaats, maar ook aan de sfeer die er heerst, het weer, geuren, kleuren, geluid en stilte.
 Soms gebeurt er juist iets wat je helemaal niet verwacht: dan breekt er op een zonnig strand plotseling een onweer los; er gaat iets onheilspellends gebeuren.

Slide 7 - Tekstslide

Spanning
Spanning= waarom de lezer verder wil met lezen, waardoor hij/zij geboeid is.
Een schrijver creëert spanning 
- door jou als lezer dingen te laten zien die de hoofdpersoon niet weet of andersom: vermoedens te wekken – de hoofdpersoon weet meer dan jij.  
- door een cliffhanger aan het eind van een hoofdstuk
- door wisseling in tijd en ruimte 
- doordat een schrijver stille hints geeft: vooruitwijzingen.
Spanning kan uitlopen op een climax of anti-climax.

Slide 8 - Tekstslide

Terugblik
Koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken?
A
non-stop
B
non stop

Slide 10 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
A4 formaat
B
A4-formaat

Slide 11 - Quizvraag

Koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 12 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 13 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
hotel restaurant
B
hotel-restaurant

Slide 14 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
cameraopstelling
B
camera-opstelling

Slide 15 - Quizvraag

Koppelteken?
A
€-teken
B
€ teken

Slide 16 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
dvd collectie
B
dvd-collectie

Slide 17 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?


A
politieagent
B
politie-agent

Slide 18 - Quizvraag

Hoe is het weglatingsstreepje goed gebruikt?
A
waak- en zorgzaam
B
waakzaam en zorg-
C
waak en -zorgzaam

Slide 19 - Quizvraag

Waar komt het weglatingsstreepje?

coronatest en coronavaccin
A
coronatest en corona-
B
coronatest en -vaccin
C
-test en coronavaccin
D
corona- en coronavaccin

Slide 20 - Quizvraag

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
binnen en buitenkant
B
binnen- en buitenkant

Slide 21 - Quizvraag

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
voor- en nadelen
B
voor en na-delen
C
voor en -nadelen
D
voor en nadelen

Slide 22 - Quizvraag

Waar doe je het weglatingsstreepje?
A
Hij geeft autorijlessen en auto-.
B
Hij geeft -rijlessen en autocursussen.

Slide 23 - Quizvraag

Tussenletters in samenstelling
samenstelling = twee woorden aan elkaar plakken
boek + tas = boekentas
soms moet je tussenletters toevoegen -s of e(n)

Slide 24 - Tekstslide

Wel of geen s

Als je een s hoort, dan schrijf je hem ook

Jongen + jas
Station + straat

Slide 25 - Tekstslide

Wel of geen (e)n
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord (zn) is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en tussen de woorden, bijvoorbeeld boekentas. 
 
Uitzonderingen, waarbij je alleen -e schrijft: 
- Het eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap 
- Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnestraal 
- Het eerste deel heeft ook een meervoud op -s: gedachtestroom 
- Het eerste deel is geen zn: knarsetanden (knarsen = ww) 
- Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzefijn en apetrots

Slide 26 - Tekstslide

Even checken
benzine + lucht = 
groente + soep=
passagier + schip
beer + sterk
huilen + balk
slot + ceremonie

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdracht van de Planning Tussenletters en lees verder in Zes seconden.

Slide 28 - Tekstslide