Brugklas oefening H3
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke klimaten ken
je nog allemaal?
je nog allemaal?
Slide 2 - Woordweb
Wat is niet een klimaat op lage breedte?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Savanneklimaat
C
Steppeklimaat
D
Tropisch regenwoudklimaat
Slide 3 - Quizvraag
In welk klimaat groeien geen bomen vanwege de temperatuur?
A
Steppeklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Toendraklimaat
D
Landklimaat
Slide 4 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort bij welk klimaat?
Steppeklimaat
Poolklimaat
Savanneklimaat
Hier is het zo koud dat er niets groeit
In dit droge klimaat groeien alleen grassen en struikjes.
Dit klimaat heeft een natte periode van ongeveer 6 maanden
Slide 5 - Sleepvraag
Juist of onjuist:
Als je op hogere breedte dan Nederland op vakantie gaat, neem dan maar een winterjas mee!
Als je op hogere breedte dan Nederland op vakantie gaat, neem dan maar een winterjas mee!
Slide 6 - Open vraag
Welk klimaat zie je in de foto?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Wat hoort bij 'klimaat' en niet bij 'weer'?
A
Op de warmste dag van 2019 was het meer dan 40 graden!
B
In de koudste nacht van 2021 werd het kouder dan -15!
C
De gemiddelde temperatuur is nu hoger dan in 1980
D
Mei 2020 was kouder dan gewoonlijk
Slide 9 - Quizvraag
Maak de juiste combinaties
De luchtlaag rondom de aarde
Evenaar: de zonnestralen vallen recht op de aarde
Polen: de zonnestralen vallen erg schuin op de aarde
Atmosfeer
Grote invalshoek
Kleine invalshoek
Slide 10 - Sleepvraag
Welk seizoen is het op het plaatje op het zuidelijk halfrond?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Wanneer is het zomer in Nederland?
A
Als de zon loodrecht boven de evenaar staat
B
Als de zon loodrecht boven de Noordpool staat
C
Als de zon loodrecht boven de Zuidpool staat
D
Als de zon loodrecht boven de Kreeftskeerkring staat
