BTO Veldkei Kleding maken groep 1 en 2

• Kunst
• Basisschool
• Groep 1,2

Kleding

Kleding

• Ik noem een kleding stuk en wijs iemand aan om het te pakken.
• Een kind komt naar voren, pakt een kledingstuk en zegt wat het is.
• Is het voor koud weer
• Waar draag je het op je lichaam
• Welke kleuren
• Zie je patronen

Woordenschat

Wat is textiel?

• Het woord textiel betekent 'alles wat geweven is'.
• Textiel bestaat uit kortere en langere draden. Die draden noemen we 'vezels'. 
• Je kunt deze vezels vlechten, haken, breien of aan elkaar knopen. Dan heb je textiel.

Plak je trui of ander warm kledingstuk vol met mooie stukjes stof.

Kun je een mooi patroon maken, kleuren herhalen

Stap 1

• Teken heel groot een rechthoek
• Teken een liggende streep
• Zet nu een streep naar de bovenkant van de rechthoek
• juf doet voor
• Nog een boord tekenen? 

Stap 2

• Zoek mooie stukken stof uit
• Maak een stapeltje van welke je wilt plakken 
• Lijm op papier, stukje stof erop, lijm op de stof
• Smeer je kwast af aan de rand van de emmer
• Plak je hele trui vol, de stof mag ook over elkaar

Teken op groot papier een trui, muts of sjaal met wanten. 

Vul het hele blad met je tekening. Teken alleen de buitenlijn.

Als je klaar bent met tekenen knip je het kledingstuk uit.

Zet op de achterkant je naam.