BS 4 Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

bs 1.3 metamorfose

Welkom

• Ga rustig zitten volgens de plattegrond
• Op je tafel: laptop, etui en biologie schrift 
• Laptops blijven dicht
• Wanneer de les start ben je stil
• Aantekeningen in je schrift

Wat is de definitie van een weefsel?

Hoe heet dit? En wat is de functie?

Welke cel onderdelen van de ui waren zichtbaar onder de microscoop?

Welke cel onderdelen heeft een plantaardige cel wel en een dierlijke cel niet?

Wat is waar?

1. Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
2. Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
3. Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
4. Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Leerdoelen

• Je kunt onderdelen van dierlijke cellen benoemen en de functies daarvan
• Je kunt onderdelen van plantaardige cellen benoemen en de  functies daarvan

Terugblik practicum

Kleinste bouwstenen van een organisme

Plastiden

- Korrels met een speciale functie

- komen (soms) voor in het cytoplasma

Plastiden

• Bladgroenkorrels > fotosynthese
  
• kleurstofkorrels > geven bloemen en vruchten kleur
  
• Zetmeelkorrels > opslag zetmeel, zwaartekracht
  

Schematische tekening plantencel

Plantencel onder de microscoop

Schematische tekening dierlijke cel

Dierlijke cel (wangcel) onder de microscoop

Welke 4 groepen cellen zijn er?

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Bacterie

Schimmel cel

Celmembraan

• Vormt barrière tussen inhoud van de cel en omgeving
• Opgebouwd uit eiwitten en vetten
• Celmembraan bevat poriën waardoor sommige kleine stoffen kunnen

Cytoplasma

• Slijmachtige vloeistof met opgeloste stoffen
• Cytoplasma dient als vulling van de cel

Celkern

• Regelcentrum, stuurt cel aan, hierin ligt DNA
  
• Kernmembraan > dun vlies om celkern, bescherming

Let op!  bacteriën hebben geen celkern

Andere cel onderdelen

• Celwand > Stevige laag om het celmembraan 
• Vacuole > blaasje gevuld met vocht en opgeloste stoffen

Celorganellen

Celorganellen > Onderdelen van een cel met eigen functie 

Voorbeeld:

- Plastiden 

- celkern

- vacuole 

Aan de slag

• Schematische tekening van de 4 soorten cellen inclusief onderdelen
• Basisstof 2.4 opdrachten BS 4: 1, 3, 4, 6, 7, 8a
• Samenvatting 2.4
• Herhalen 2.1 t/m 2.3

Controle vragen

1. Welke stoffen moeten door het celmembraan de cel in?
   
2. Welke cellen in ons lichaam bevatten veel mitochondriën?
3. Welk gevolg heeft te weinig water op de vacuole? 
4. Waarom zijn plantencellen moeilijker te verteren?
5. Wat zijn functies van eiwitten in het celmembraan?

Antwoorden

1. Voedingsstoffen, glucose en zuurstof voor energie, water,  eiwitten, hormonen 
2. spiercellen, bij beweging verbruiken deze veel energie 
3. minder vocht in de vacuole zorgt ervoor dat deze kleiner wordt en niet tegen de celwand drukt, de cellen worden slap, planten stengels gaan hangen
4. plantencellen hebben een dikke celwand die minder snel kapot gaat, planteneters hebben een extra lang verteringsstelsel om dit wel te kunnen
5. 
   

Antwoorden controle vragen

1. Voedingsstoffen, glucose en zuurstof voor energie, water, eiwitten, hormonen
   
2. spiercellen, bij beweging verbruiken deze veel energie
   
3. minder vocht in de vacuole zorgt ervoor dat deze kleiner wordt en niet tegen de celwand drukt, de cellen worden slap, planten stengels gaan hangen
   
4. plantencellen hebben een dikke celwand die minder snel kapot gaat, planteneters hebben een extra lang verteringsstelsel om dit wel te kunnen
5.  regelen welke stoffen wel en niet de cel in komen, ontvangen signalen en geven deze door