3D - 13-10-2023 - practice test 2 Watching & Listening - les 21

Practice Test
Watching & Listening
leerjaar 1
Get your laptop and go to lessonup.appT
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Practice Test
Watching & Listening
leerjaar 1
Get your laptop and go to lessonup.appT

Slide 1 - Tekstslide

Kijken en luisteren worden niet voor niets ‘vaardigheden’ genoemd. Het is iets wat je moet kunnen. Het is niet zo, dat als je op donderdag een kijk- en luistertoets hebt, je op woensdagavond een boek kunt pakken en je kunt voorbereiden op die toets. Een vaardigheid is iets dat je op moet bouwen. Des te meer je oefent, des te groter de vaardigheid wordt.
!

Slide 2 - Tekstslide

  • tv / Netflix - kijk en luister naar Engelstalige programma’s. Zet de ondertiteling op Engels
  • spotify/youtube etc - Zoek bij je favoriete nummers de tekst
!

Slide 3 - Tekstslide

Je krijgt eerst 4 luisterfragmenten. 
Luisterfragment 1 heeft 2 vragen.
Luisterfragment 2, 3 en 4 hebben alledrie 1 vraag.

Slide 4 - Tekstslide

Welke instructie krijgen de deelnemers?
Fragment 1
A
Bepaal zelf welke chocolade je wilt proeven.
B
Geen geluid maken als je de chocolade proeft.
C
Schrijf alleen je naam op het formulier.

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet je doen meteen nadat je een soort chocolade hebt geproefd?
Fragment 1

Slide 6 - Open vraag

Wat moet er volgens Sarah op de posters staan?
Fragment 2:
A
De bandnaam, waar je een kaartje kunt kopen en de prijs van een kaartje.
B
De bandnaam, waar en wanneer het concert plaatsvindt.
C
De bandnaam, waar het concert plaatsvindt en de prijs van een kaartje.

Slide 7 - Quizvraag

Welk handig gereedschap legt Lily hier uit aan Oliver?
Fragment 3
A
een soort mes om pizzadeeg mee te snijden
B
een soort plat mes om een pizza uit de oven te halen
C
een soort schaar om pizza in stukken te knippen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de eerste drie stappen van het proefje?
Frament 4
A
heet water in de fles, koud water in de kom, de fles leeggooien
B
heet water in de fles, koud water in de kom, de kom leeggooien
C
koud water in de fles, heet water in de kom, de fles leeggooien
D
koud water in de fles, heet water in de kom, de kom leeggooien

Slide 9 - Quizvraag

Je gaat kijken naar een stukje van een programma over ijsberen. De vragen over dit programma staan in de video.

Slide 10 - Tekstslide

6

Slide 11 - Video

00:32
Wanneer is een ijsbeer onafhankelijk van zijn moeder?
A
wanneer hij zijn eigen eten kan vangen
B
wanneer hij 2,5 jaar oud is
C
wanneer hij kan rennen
D
wanneer hij 50x zo zwaar is

Slide 12 - Quizvraag

02:03
Waarom gaan de moederijsberen opweg naar zee?
A
om te zwemmen
B
om te paren
C
om te jagen
D
voor hun winterslaap

Slide 13 - Quizvraag

02:33
Hoe vinden ze de ijsberen?

Slide 14 - Open vraag

03:23
Waarom moet het welpje zo dicht bij zijn moeder blijven?
A
om te eten
B
tegen vijanden
C
tegen eenzaamheid
D
voor de warmte

Slide 15 - Quizvraag

04:56
Wat moet de moeder ijsbeer haar jong leren?

Slide 16 - Open vraag

05:17
Wat is de grootste bedreiging voor de ijsbeer en haar jong?

Slide 17 - Open vraag

Jelly Beans
Je gaat kijken naar een video over Jelly Beans.

Een paar woorden die handig zijn om te weten:
starch = zetmeel
chewier = taaier

Slide 18 - Tekstslide

9

Slide 19 - Video

Je gaat kijken naar een video over donuts.

Wat moeilijke woorden die in de video voorkomen:
yeast - gist
batter - beslag
cinnamon - kaneel
sticky - plakkerig
humidity - vochtigheid

Slide 20 - Tekstslide

00:34
Op hoeveel graden wordt vloeibare suiker verhit in de ketel? (vul alleen het getal in)

Slide 21 - Open vraag

01:20
Hoeveel holtes/deuken maakt de vorm per bak? (vul alleen het getal in)

Slide 22 - Open vraag

01:25
Waar dienen de honderden witte holtes/deuken voor?

Slide 23 - Open vraag

01:44
Hoeveel ongekleurde jelly beans worden er per uur gemaakt?

Slide 24 - Open vraag

01:58
Waarom wordt de basis van de jelly beans in een droog ruimte voor 24 uur gestopt?
A
Zodat ze zachter worden
B
Zodat ze harder en taaier worden
C
Zodat ze plakkeriger worden
D
Zodat ze gaan glanzen

Slide 25 - Quizvraag

02:54
Wat wordt er hier toegevoegd aan de kleurloze jelly beans?

Slide 26 - Open vraag

03:23
Wat wordt er samen met de blauwe siroop in de ronddraaiende pan gegooid?
A
suiker
B
zetmeel
C
smaakstof
D
zout

Slide 27 - Quizvraag

04:08
Waarom wordt er was in de draaiende pan gestrooid?
A
Zodat de jelly beans matter worden
B
Om de de jelly beans een smaak te geven
C
Zodat ze harder worden
D
Zodat de jelly beans gaan glanzen

Slide 28 - Quizvraag

04:29
Hoelang duurt het gehele proces van het maken van jelly beans? (geef weer " getal" + dagen)

Slide 29 - Open vraag

8

Slide 30 - Video

00:17
Hoe kwam de voorloper van de donut in Amerika terecht?

Slide 31 - Open vraag

00:33
Wat zijn de twee basistypes van een donut?

Slide 32 - Open vraag

00:48
Hoe lang wordt de cake donut gebakken?

Slide 33 - Open vraag

01:00
Welke type donut neemt meer tijd in om het te maken?
A
de gist donut
B
de cake donut

Slide 34 - Quizvraag

01:54
Waarom word het deeg bestrooid met water?

Slide 35 - Open vraag

02:28
Welke twee dingen zorgen ervoor dat het deeg rijst?

Slide 36 - Open vraag

02:38
Hoeveel tijd neemt het rijzen van het deeg in beslag?

Slide 37 - Open vraag

03:08
Hoe lang worden de donuts gebakken?

Slide 38 - Open vraag

London

Bekijk de video over London en beantwoord de vragen tijdens het kijken.

Slide 39 - Tekstslide

11

Slide 40 - Video

00:14
Wat wil deze video je geven over Londen?

Slide 41 - Open vraag

00:37
Hoeveel mensen wonen er in Londen?
A
meer dan 10 miljoen
B
meer dan 8 miljoen
C
meer dan 18 miljoen
D
precies 8 miljoen

Slide 42 - Quizvraag

01:04
Hoeveel is 1 pond waard op het moment dat deze video werd gemaakt?
A
1,50 euro
B
1,50 dollar
C
1,15 euro
D
1,15 dollar

Slide 43 - Quizvraag

01:20
Aan welke kant van de weg rijden de auto's in Londen?
A
rechts
B
links

Slide 44 - Quizvraag

01:59
Waar moet je op letten als je door Londen loopt?
A
dat je niet geraakt wordt door een fietser
B
zakkenrollers
C
dat je niet verdwaalt in de menigte
D
mensen die naar je schreeuwen

Slide 45 - Quizvraag

02:11
Wat kun je zeggen over het weer in Londen?
A
mild en voorspelbaar
B
mild en onvoorspelbaar

Slide 46 - Quizvraag

02:21
Wat is de warmste maand van het jaar?
A
June
B
July
C
August
D
May

Slide 47 - Quizvraag

02:38
Wat is de natste maand in Londen?
A
September
B
Oktober
C
November
D
December

Slide 48 - Quizvraag

03:24
Kun je alle bezienswaardigheden het hele jaar door bezoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quizvraag

03:46
Hoeveel kost een gemiddelde hotelkamer in Londen per nacht?
A
ongeveer 50 pond
B
ongeveer 15 pond
C
ongeveer 150 pond
D
ongeveer 115 pond

Slide 50 - Quizvraag

04:25
In welke wijk moet je een hotel boeken als je naar het theater wilt en cafés wilt bezoeken?
A
The City
B
Covent Garden
C
Oxford Street
D
Baker Street

Slide 51 - Quizvraag