Grammatica: hoofd- en bijzinnen

Grammatica zinsdelen
Samengestelde zinnen
Hoofd- en bijzinnen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Samengestelde zinnen
Hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je kunt het verschil herkennen tussen een enkelvoudige en samengestelde zin;
Je weet wat een hoofd- en een bijzin is;
Je kunt de structuur van een zin herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige zin en een samengestelde zin?

Slide 3 - Open vraag

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 4 - Sleepvraag

Wat kun je nog vertellen over hoofd- en bijzinnen?

Slide 5 - Open vraag

Hoofdzin

  • persoonsvorm en onderwerp naast elkaar;
  • belangrijkste zin.
  • samengestelde zin kan ook uit twee hoofdzinnen bestaan.


Ik ga op vakantie naar Spanje, omdat ik dat een leuk land vind.


Bijzin

  • tussen pv en ow kunnen andere zinsdelen staan. Tip: woordje 'niet'
  • kan niet  'alleen'  voorkomen. Heeft een hz nodig!
  • Bijzin kan voor of achteraan staan.

Ik ga op vakantie naar Spanje, omdat ik dat een leuk land vind.

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken hoofdzin
Kenmerken bijzin
o en pv staan naast elkaar.
Kan vooraan of achteraan staan.
Niet elke samengestelde zin heeft er een van.
pv staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.
o en pv staan niet naast elkaar / je kunt het woordje 'niet' ertussen zetten.
Een samengestelde zin kan er twee van hebben.
Elke samengestelde zin heeft er minimaal één van.
pv staat in zinsdeel 1 of 2 

Slide 7 - Sleepvraag

Nevenschikking en onderschikking
Nevenschikking: betekent 'gelijk aan elkaar'
                                      hoofdzin-hoofdzin

Onderschikking: een onderdeel is 'minder belangrijk
                                     hoofdzin - bijzin / bijzin - hoofdzin


Slide 8 - Tekstslide

Nevenschikking
Onderschikking
Mijn moeder vroeg of ik mijn huiswerk al gemaakt had.

Slide 9 - Sleepvraag

Opdracht 2 maken
  • Maak opdracht 2 op blz. 119
  • Geef de structuur van de zin aan én of er sprake is van nevenschikking of onderschikking
  • 10 minuten de tijd
  • Gebruik je aantekeningen en de theorie op blz. 118
  • Klaar? Probeer alvast een begin te maken met opdracht 3
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2 bespreken
  • 1 A {hoofdzin} + {hoofdzin}, ns
Nederland heeft veel onderzoekers voortgebracht, maar wie was de grootste?
  • 2 A {hoofdzin} + {hoofdzin}, ns
Quest stelde die vraag aan wetenschappers en enkele resultaten volgen hier.
  • 3 B {(bijzin) + hoofdzin}, os
Omdat hij licht beschreef als golfverschijnsel, staat Christiaan Huygens op één.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2 bespreken
  • 4 A {hoofdzin} + {hoofdzin} ns
Huygens ontdekte de ringen rond Saturnus en hij vond het slingeruurwerk uit.
  • 5 B {(bijzin) + hoofdzin}, os
Hoewel Antoni van Leeuwenhoek bekend staat als uitvinder van de microscoop, heeft hij het instrument eigenlijk alleen verbeterd.
  • 6 C {hoofdzin + (bijzin)}, os
Lenzenslijper Baruch Spinoza werd vooral bekend doordat hij ook filosoof was.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf een korte samenvatting van wat je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

Afsluiten
Geen huiswerk :-)

Slide 14 - Tekstslide