13 les 1ah GOJ 31 mrt wo

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

programme

- On lit Petit Chaperon Rouge

- On répète: les pronoms possessifs

- On parle

Chaperon Rouge p. 75

- GOJ lit + actions

- En couples: tu lis et souligne (onderstreept) les mots que tu ne sais pas

- Fais attention à la prononciation! (https://www.youtube.com/watch?v=9EKcObUEtiE)

- On regarde les nouveaux mots

Welke woorden ken je niet uit de eerste twee tekst stukjes (p. 75-76)?

Devoirs

- Lees de eerste twee tekstblokjes van Roodkapje nog eens door p. 75-76

- Maak de volgende Forms opdracht (bezittelijkevnw+Roodkapje) 

- Herhaal de woorden in de volgende lijst voor 100% https://quizlet.com/_7crvzf

bezittelijke voornaamwoorden

- Kijk filmpje bezittelijke vnw

- Bestudeer gramm op p. 64

- maak de Forms-opdracht (klik op het woordje Forms)

- Als je dit kent, mag je het verhaal van Roodkapje verder lezen en kijken hoeveel je er van snapt.

Qu'est-ce qui est très fort dans l'histoire?

Pourquoi est-ce que Chaperon Rouge visite sa grand-mère?

Est-ce que Chaperon Rouge est dans la forêt ou dans l'école?

Qu'est-ce que Chaperon Rouge mets dans son panier?

Pourquoi est-ce que Chaperon Rouge s'appelle Chaperon Rouge?