Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands werkwoordspelling - bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
Welkom 2JAM
Nederlands werkwoordspelling
Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom 2JAM
Nederlands werkwoordspelling
Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Planning van deze les
- Uitleg bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
- Gemengde oefening
- In groepjes voorbeeldzinnen bedenken
Slide 2 - Tekstslide
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
- Dit is een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
- Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (kan voor of achter het zn staan).
Het huis is
mooi.
Het mooi
e
huis
Slide 3 - Tekstslide
Voor een voltooid deelwoord dat we als bijvoeglijk naamwoord gebruiken, gelden dezelfde regels als bij een gewoon bijvoeglijk naamwoord.
Voorbeeld: ik heb de foto's
ingelijst.
De
ingelijste
foto's.
Voltooid deelwoord +e
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Alles even op een rijtje
Slide 6 - Tekstslide
Oefening 1
Schrijf een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord bij de volgende zelfstandige naamwoorden:
a) Een...brief
b) De...vragen
c) Het...huis
Slide 7 - Tekstslide
Antwoord oefening 1
Voorbeeldantwoorden:
a) Een geschreven brief
b) De gestelde vragen
c) Het gebroken huis
Slide 8 - Tekstslide
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(stranden) De ............ reiziger
A
Gestrandde
B
strandende
C
gestranden
D
gestrande
Slide 9 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verzinnen) Het ............ verhaal
A
verzonnen
B
verzonne
C
verzinnen
D
verzinde
Slide 10 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verwoesten) De ................. huizen
A
vewoestten
B
verwoeste
C
verwoesde
D
verwoesdden
Slide 11 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(redden) De ...... zwemmer
A
redde
B
geredde
C
gerede
D
verredde
Slide 12 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(vluchten) De ............... dief
A
gevluchte
B
gevluchtte
C
gevluchten
D
gevluchtten
Slide 13 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(maaien) Het ............... gras
A
vermaaide
B
gemaaide
C
gemaaidde
D
gemaaiden
Slide 14 - Quizvraag
Opdracht alles door elkaar
Klaar? Bedenk voorbeeldzinnen
PV TT, PV VT, Voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nederlands werkwoordspelling - bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
September 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les werkwoordspelling voltooid deelwoord+ bijvoeglijk gebruikt
Augustus 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eindles werkwoordspelling opdracht kaartjes
Oktober 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
24 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Perfectum Werkwoorden Voor Beginners
Mei 2023
- Les met
15 slides
NT2
Kleuteronderwijs
groep 8 werkwoord spelling cito
2 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Mei 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1