2HVE: C - phrases-clés & parler - la météo

Aujourd'hui, 
c'est le...
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 1 - Tekstslide

Today's planning:
Programme d'aujourd'hui
  • Présentation - la météo 
  • Lees rustig de dia's door voor informatie en bereid de opdracht voor in tweetallen
Objectif: Aan het einde van de les heb ik een tekst gelezen met als onderwerp vakantie. Ken ik woorden die te maken hebben met het weer en kan ik een gesprek voeren over de vakantie.

Slide 2 - Tekstslide

Prends
des notes!

Slide 3 - Tekstslide



La météo

Slide 4 - Tekstslide

HET OOSTEN
HET NOORDEN
HET WESTEN
HET ZUIDEN
L'OUEST
LE NORD
L'EST
LE SUD

Slide 5 - Sleepvraag

Il (a) fait quel temps?

Slide 6 - Tekstslide


Il a fait quel temps, hier (gisteren)?
LA METEO

Slide 7 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

Quel temps fait-il aujourd'hui (vandaag)?
Aujourd'hui, il fait... 

Il a fait quel temps, mercredi (woensdag)?
Mercredi, il fait...

Slide 8 - Tekstslide

Het is mooi weer
Het waait
Het sneeuwt
Het onweert
Het is bewolkt
Het regent
Het vriest
Het is slecht weer
le ciel est couvert -
de lucht is bedekt
Aujourd'hui - Vandaag

Slide 9 - Tekstslide

Verleden tijd

Il a fait quel temps, hier (gisteren)?
Hier, il a fait... 

Il a fait quel temps, lundi (maandag)?
Lundi, il a fait...

Slide 10 - Tekstslide

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Hier - Gisteren
Il a fait mauvais
Il a fait chaud
Il a fait froid
Il a fait 22 degrés

il a fait beau

Slide 11 - Sleepvraag

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il a neigé
Il y avait du soleil
Il a plu
Il a fait -5 degrés

Il y avait du vent


Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

La météo
Op de volgende dia vind je een kaart van Nederland.
Jullie bereiden een kort weerbericht voor in het Frans. Het is tijdens jouw weerbericht dinsdag. Dit betekent dat de maandag in de verleden tijd komt te staan. Dinsdag en woensdag vertel je dus in de tegenwoordige tijd.

Benoem de dag, het weertype (zonnig, regen, etc) en hoeveel graden het wordt. Per dag, bespreek je voor drie plekken in NL het weer, dus...  3 dagen x 3 plaatsen = 9 weer berichten
Example: Lundi, à Oldenzaal, il a fait douze degrés. À texel, il a plu (heeft het geregend)

Bereid jullie weerbericht voor door het uit te schrijven of typen.

Slide 15 - Tekstslide

La météo
Lundi
Mardi
Mercredi

Slide 16 - Sleepvraag

2HV5 - La météo
Luuk & Ids (ziek)

Slide 17 - Tekstslide

2VE1 - La météo

Slide 18 - Tekstslide