Brugklas Woordenschat H1


 
                    H1 Woordenschat blz .24 t/m 27

Leerdoel:   Ik ken de woordraadstrategie: zoek      
                    een Synoniem en kan hem toepassen in de
                     opdracht.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


 
                    H1 Woordenschat blz .24 t/m 27

Leerdoel:   Ik ken de woordraadstrategie: zoek      
                    een Synoniem en kan hem toepassen in de
                     opdracht.

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je nu als je een tekst leest en je kent een woord niet en je geen woordenboek, telefoon of computer hebt?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een synoniem?

Slide 3 - Woordweb

Synoniem

Twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.


patat - friet

Slide 4 - Tekstslide

Waar vind je een synoniem voor een woord in een tekst?
A
Vlak voor of achter het onbekende woord
B
In de alinea onder het moeilijke woord
C
Onderaan de tekst

Slide 5 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • Werken aan H1 Woordenschat (pagina 24-27) uit je boek!
  • Maken opdracht 1 - 2 -3
  • 5 minuten geen vragen stellen
  • Stil werken
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H1 Woordenschat (pagina 24-27) uit je boek!
  • Je mag vragen stellen (eerst aan je buurman/vrouw, daarna pas aan mij)
  • Overleggen met fluisterstem
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide


       Les 2   H1 Woordenschat Synoniemen


Slide 8 - Tekstslide

Wat is een synoniem?

Slide 9 - Woordweb



 - Maak de opdrachten 1 t/m 6 blz. 24 t/m 27 in de les af.

- Kijk de opdrachten na.

Slide 10 - Tekstslide

                         Les 3 Woordenschat H2

    Leerdoel:  ik ken de woordraadstategie:  zoek
                        omschrijving of definitie en kan
                        hem toepassen in de opdrachten

Slide 11 - Tekstslide

omschrijving
Een onbekend woord in een tekst kun je soms begrijpen doordat er een omschrijving van dat woord bij staat.

definitie :
is een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of een begrip.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H2 Woordenschat (pagina 54-57) uit je boek!
  • maken opdr. 1 t/m 4 = huiswerk volgende les.
  • 10 minuten geen vragen stellen.
  • Stil werken, overleggen (op fluistertoon) mag.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H2 Woordenschat (pagina 54-57) uit je boek!
  • Je mag vragen stellen (eerst aan je buurman/vrouw, daarna pas aan mij)
  • Overleggen met fluisterstem
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

    

                           Les 4
                           H3 Woordenschat blz . 84

Slide 15 - Tekstslide

Welke 2 woordraadstrategieën
ken je?

Slide 16 - Woordweb

               

                H2 Woordenschat blz. 54 t/ 57
                maken: opdr. 4 en 5
                Klaar! opdr. 1 t/m 5 nakijken

              

Slide 17 - Tekstslide

            

                  H3 Woordenschat blz . 84 t/m 87

  Leerdoel: Ik ken de woordraadstrategie: Zoek een
                    voorbeeld en kan hem toepassen in de
                    opdrachten. Ik ken de uitdrukkingen uit dit
                    hoofdstuk en ik ken een aantal moeilijke
                    woorden

Slide 18 - Tekstslide

In teksten staan vaak voorbeelden om moeilijke woorden uit te leggen.
Een voorbeeld wordt vaak gebruikt:
- na een signaalwoord >> zoals, denk maar aan, zo ...
Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag....
- Na een dubbele punt:
Via internet kan je feestartikelen kopen: slingers, ballonnen...
- voorafgaand aan een moeilijk woord
De dag van de leraar is een dag waarop we...

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H3 Woordenschat (pagina 84-87) uit je boek!
  • maken opdr. 1 en 2 = huiswerk volgende les
  • 10 minuten geen vragen stellen
  • Stil werken
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H3 Woordenschat  uit je boek!
  • Je mag vragen stellen (eerst aan je buurman/vrouw, daarna pas aan mij)
  • Overleggen met fluisterstem
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

 

                     Les 5  H3 Woordenschat blz .84

Slide 22 - Tekstslide

Welke woordraadstrategieën
ken je nu?

Slide 23 - Woordweb

 

                          H3 woordenschat
                          Maak de opdr. 3 en 6 maken.           
                          Zorg dat het deze les af is.

                          Klaar! Ga je H3  nakijken,
                          ** Ga leren voor voor de diagnostische
                              toets Woordenschat H1, H2 en H3          

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H3 Woordenschat (pagina 84-87) uit je boek!
  • maken opdr. 3 en 6 = huiswerk volgende les
  • 10 minuten geen vragen stellen
  • Stil werken
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H3 Woordenschat  uit je boek! Opdr. 3 en 6
  • Je mag vragen stellen (eerst aan je buurman/vrouw, daarna pas aan mij)
  • Overleggen met fluisterstem
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide