In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Wat weet je over de rechtsstaat?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid de absolute macht heeft
B
Een staat waarin de burgers zich aan wetten moeten houden
C
Een staat waarin de burgers en de overheid zich aan de wetten moeten houden
D
Een staat waarin de koning de absolute macht heeft
Slide 2 - Quizvraag
In een rechtsstaat wordt de macht van de overheid beperkt door de grondwet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
De overheid mag mensen straf geven voor een misdaad, ook als er nog geen wet over bestond toen de misdaad werd gepleegd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Een rechter...
A
Kan een zo hoog mogelijke straf geven als de rechter zelf wil
B
Moet voor dezelfde misdaad, altijd dezelfde straf geven aan iedereen
C
Mag altijd zelf bepalen wat voor straf de misdadiger krijgt
D
Kan besluiten een minder zware straf te geven, afhankelijk van de misdadiger
Slide 5 - Quizvraag
Rechters werken voor het Openbare Ministerie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
In de wetboeken staan alleen straffen voor misdaden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
In een trias politica...
A
Controleren alle machthebbers elkaar, zodat er geen misbruik kan worden gemaakt van de wet
B
Werken alle machthebbers samen om misdadigers zo snel mogelijk te berechten
C
Bepalen de koning, de politie en de rechters welke wetten er zijn
D
Moet één wet langs drie organen voordat het wordt goedgekeurd (bijvoorbeeld: regering, Tweede Kamer, Eerste Kamer)
Slide 8 - Quizvraag
Rechters in Nederland zijn onafhankelijk. Dat betekent...
A
Dat zij zelf mogen bepalen welke straffen zij opleggen
B
Dat zij zelf onschendbaar zijn voor de wet
C
Dat zij geen verantwoording hoeven af te leggen aan de regering of het parlement
D
Dat zij nooit ontslagen of geschorst kunnen worden: zij worden benoemd voor het leven
Slide 9 - Quizvraag
In een Nederlandse rechtszaak bepaalt de … of een verdachte schuldig is of niet:
A
Rechter
B
Jury
C
Officier van Justitie
D
Advocaat
Slide 10 - Quizvraag
In een rechtsstaat mogen rechters nooit geld of cadeaus aannemen van een misdadiger.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
In een totalitaire staat is de politie de baas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
In een rechtsstaat...
A
Is censuur toegestaan
B
Is kritiek op de overheid niet toegestaan
C
Is vrijheid van meningsuiting toegestaan
D
Is etnisch profileren toegestaan
Slide 13 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar? I. Het parlement is verantwoordelijk voor het goedkeuren (en soms maken) van wetsvoorstellen II. De regering is verantwoordelijk voor het uitvoeren van wetten.
A
Alleen uitspraak I is waar
B
Alleen uitspraak II is waar
C
Geen van beide uitspraken is waar
D
Beide uitspraken zijn waar
Slide 14 - Quizvraag
De politie mag altijd zomaar iemand fouilleren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Etnisch profileren is discriminatie en dus verboden in Nederland.