Deel 2 Diversiteit en keuzendeel serie 2024

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DiversiteitMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke gezinsvormen komen voor bij jou op de groep?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opvoedwaarden
Maak een top 4 van jouw opvoedwaarde

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Zoek een foto van een activiteit met kinderen waarin verbondenheid met familie tot stand kan komen in de kinderopvang
Plaats de foto hierin

Slide 10 - Open vraag

Ondersteunen ouders 
Gezinnen met een zware draaglast hebben bijvoorbeeld te
maken met armoede of werkloosheid of met een kind met
specifieke behoeften. Of gezinnen met een veeleisende baan,
onregelmatige diensten, een ziek familielid waar ze voor zorgen, het kind dat niet slaapt, etc. Als in een gezin de
draaglast groter is dan de draagkracht, kunnen er
(opvoedings)problemen ontstaan.

Slide 11 - Tekstslide

De stem van kinderen
‘Een kind dat niet mag meedoen met de wereld van de
volwassenen zal aan die wereld ook geen boodschap hebben
en er geen verantwoordelijkheid voor voelen. Zo’n kind leert
alleen maar zorg om zichzelf te hebben en te denken: this
is my life. Alsof dat leven niet met duizenden draadjes aan
andere levens is verbonden’.  Dasberg, 1975
Dus kinderparticipatie heel belangrijk!

Slide 12 - Tekstslide

Wat kun jezelf doen om stereotype beeldvorming een plek te geven bij kinderen

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hebben kinderen vooroordelen
Kinderen kunnen ferme uitspraken doen: ‘Jouw moeder is lui want ze werkt niet’. ‘Jij kunt niet aan de avondvierdaagse meedoen want je bent veel te dik’. ‘Ik speel niet met zwarten!’ 
Het hoort bij de ontwikkeling van kinderen dat zij hun
ervaringen ordenen in eenvoudige schema’s.  
Ze gaan dan vaak denken in stereotypen.
Als stereotypen worden verbonden met een negatief oordeel worden ze een
vooroordeel.

Slide 21 - Tekstslide

Vooroordelen
 Vooroordelen worden gevaarlijk als:
• het ene kind zich meer of beter gaat voelen dan het andere;
• kinderen zich afsluiten voor mensen die anders zijn;
• kinderen zich negatief of discriminerend gaan gedragen
tegenover anderen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Lees de volgende stellingen en geef aan of de stellingen juist

Stelling I: Je wordt met vooroordelen geboren.
Stelling II: Door elkaar te leren kennen, verklein je de kans op discriminatie.





A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn onjuist.
D
Beide stellingen zijn juist.

Slide 25 - Quizvraag

Vul het juiste woord in:

Stefan spreekt zijn ouders met u aan. Ronaldo vindt het gek dat Stefan zijn ouders met u aanspreekt, maar kan begrijpen dat dit in sommige culturen normaal is. Ronaldo kijkt buiten zijn eigen……… .

A
socialisatie
B
normen
C
referentiekader
D
waarden

Slide 26 - Quizvraag

Vul de juiste woorden in:

Als mensen zich concentreren op de ………… tussen culturen, wordt …………. steeds groter tussen mensen.

A
verschillen, de afstand
B
overeenkomsten, de afstand
C
verschillen, het begrip
D
overeenkomsten, het vooroordeel

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Diversiteit raakt jezelf en jouw vak
Vorige week zei een nieuwe pedagogisch medewerker tijdens
een overleg: “Tienermoeders weten niet eens hoe een kind
verschoond moet worden.” Haar collega riep toen: “Ik was
ook een tienermoeder, ik wist in het begin ook veel dingen
niet, maar dat wil niet zeggen dat ik geen goede moeder
was!” Er viel een stilte.

Slide 32 - Tekstslide

Een team als oefenplaats
Een team wordt een democratische oefenplaats als ieder teamlid wordt gehoord en serieus wordt genomen. De principes van inclusie en respect voor diversiteit ondersteunen en versterken het democratische proces:
• iedereen hoort erbij, ieder met zijn eigenheid en verschillen.
• Iedereen draagt bij aan het gezamenlijke doel van goede opvang voor       kinderen en ouders. 

Slide 33 - Tekstslide

Divers team
“Teams met meer diversiteit zijn creatiever en hebben een hoger probleemoplossend vermogen omdat teamleden denken en handelen vanuit verschillende perspectieven en
ervaringen.

Slide 34 - Tekstslide

Leren van elkaar!
Een team is een oefenplaats om elkaars diversiteit te leren
kennen, waarderen en benutten. Alles wat je er leert,
kun je gebruiken in je werk met kinderen en ouders

Leren door te reflecteren!
Reflecteren is een actief proces! 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide