MH1 week 21

MH1 week 21
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

MH1 week 21

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
* Je kunt regelmatige werkwoorden vervoegen.
* Je kent de tientallen t/m 60 in het Frans.
* Je kunt de ontkenning in het Frans herkennen in een tekst 
Le programme :
Apprendre: Unité 3 appr. 5-9 p.102-103 F-N en N-F
Faire (=maken/doen)
Grammatica
- ex. 8G , 16FG p.108-109
HV-stof (alleen voor opstromers)
- ex. 8i , 16HIL p.108-110

Bonjour! Bienvenue à la semaine vingt- et-un!

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Répéter la semaine avant les vacances
  • Au travail lesson up inloggen
  • Faire ex. 8G,16FG p.108-109 HV: 8i,16HIL p.108-110
  • Corriger ex. 8G,16FG p.108-109 HV: 8i,16HIL p.108-110
  • HV doorstromers module even inleveren
  • Reflectie invullen lesson up week 21
  • Finir le planner / einde van de les Blooket et MH1B??

Slide 3 - Tekstslide

Répéter la semaine dernière
Wat hebben we vorige week ook alweer geleerd?
Magister geeft de beurt!

  • Hoe vervoeg je een regelmatig wekwoord op -er? Welke stappen neem je? Denk aan het ezelsbruggetje
  • Hoe maak je de volgende zin ontkennend? Je suis fort. 
  • Wat is 34 en 59 in het Frans?
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Au travail lesson up inloggen

Slide 5 - Tekstslide

De ontkenning in het Frans

Slide 6 - Tekstslide

In welke zin staat een ontkenning in het Nederlands?
A
Ik ben goed in Frans.
B
Ik ben niet goed in Frans.
C
Wij hebben een goed idee.
D
Wij hebben geen goed idee.

Slide 7 - Quizvraag

Welke van deze zinnen is ontkennend in het Frans?
A
Tu parles français?
B
Nous habitons à Lille
C
On aime beaucoup le chocolat
D
Je ne suis pas à l'école

Slide 8 - Quizvraag

Welke van deze zinnen is ontkennend?
A
Je ne parle pas français
B
J'habite à Bordeaux
C
Mon frère a 22 ans
D
Comment tu t'appelles?

Slide 9 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit waarom je voor ne of n' hebt gekozen.

Slide 11 - Open vraag

Maak de zin ontkennend. (sleep blauw naar rood)
timer
1:30
Je
n'
aime
pas
la viande
1
2
3
4
5

Slide 12 - Sleepvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Je travaille.  
ne'
pas
travaille
je

Slide 13 - Sleepvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous parlons allemand.  
ne
pas
nous
allemand
parlons

Slide 14 - Sleepvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous cherchons les cadeaux.  
ne
pas
cadeaux
nous
les
cherchons

Slide 15 - Sleepvraag


Maak de volgende zin ontkennend.
Nous sommes au collège.

Slide 16 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.
Il parle anglais.

Slide 17 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.
Elle oublie son agenda.

Slide 18 - Open vraag

Volgende vraag alleen voor de opstromers!
ne....pas   = niet/ geen
ne.... plus = niet meer
ne.... rien = niets
ne....jamais = nooit
ne....personne = niemand 

Slide 19 - Tekstslide


Alleen voor de opstromers!
Vertaal: Hij praat nooit Engels.

Slide 20 - Open vraag


Alleen voor de opstromers!
Vertaal: Hij praat niet meer.

Slide 21 - Open vraag

-Wat heb je goed gedaan?
-Waar heb je fouten gemaakt die niet nodig waren?
-Wat vind je moeilijk/lastig?
-Wat pak je een volgende keer anders aan?

Slide 22 - Open vraag