Paragraaf 7.4 Staande golven

Staande Golven
Paragraaf 7.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Staande Golven
Paragraaf 7.4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Boventonen
Het snaarinstrument -->

Slide 3 - Tekstslide

Staande vs. Lopende golven
Eén lopende golf.
Twee lopende golven...
.. vormen één staande golf.
Plaatjes van en meer informatie op:

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Oefenvraag.
Een orgelpijp welke aan beide kanten open is trilt in de 4de boventoon. De lengte van de orgelpijp is 1,8 meter.

a. Bereken de  golflengte.
b. Bereken de frequentie van de toon die wordt voortgebracht.
c. Leg uit dat de grondtoon een 5 x zo kleine frequentie heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenvraag 2
De grondfrequentie die een bepaalde snaar voortbrengt is 440 Hz. De voortplantingssnelheid van de golfen is 280 m/s.

Bereken de lengte van de snaar.

Slide 7 - Tekstslide

Oefenvraag 3
Hieronder staat een schematische voorstelling van een trillende duikplank. De duikplank is 2,25 meter lang. De voortplantingssnelheid van de golven is 48 m/s
a. In welke boventoon trilt de duikplank.
b. Bereken de golflengte van de trilling.
c. Bereken de frequentie van de trillende duikplank.
d. Bereken de frequentie als deze trilt in de 4de boventoon. 

Slide 8 - Tekstslide

Les 2 7.4
- Korte herhaling.
- Afmaken Keco 7.3 
- Start Keco 7.4

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 7.5
Rekenen met de lichtsnelheid en golflengte 
symbool lichtsnelheid is c
λ=fv
λ=fc

Slide 10 - Tekstslide

Hieronder twee stellingen:
I. Bij een staande golf hebben alle deeltjes dezelfde amplitude.
II. De plek waar de deeltjes (zo goed als) stilstaan heet een knoop.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 11 - Quizvraag

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw.
I. Er zijn 4 knopen en 3 buiken in de tekening.
II. Het touw trilt op dit moment in zijn 3e boventoon.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 12 - Quizvraag

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 10 meter lang.
I. Het touw heeft één vast en één open uiteinde.
II. Je ziet 2,5 golflengte in het touw.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 13 - Quizvraag

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 6,0 meter lang.
I. Het betreft hier de 2e boventoon.
II. De golflengte λ in het touw is 4,0 m.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 14 - Quizvraag

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 10 meter lang.
I. Het touw trilt in zijn 1e boventoon.
II. De golflengte λ in het touw is 8,0 m.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast een (verticaal uitvergrote) staande golf in een duikplank van 2,25 m lang. De voortplantingssnelheid van de trilling in de duikplank is 48 m/s.
a) In welke (boven)toon trilt de duikplank?
b) Hoe groot is de golflengte van de trilling in de duikplank?
c) Met welke frequentie trilt de duikplank?

Slide 16 - Open vraag

Uitwerking
a. Grondtoon is één knoop en één buik (B-K).
De tekening laat de eerstvolgende mogelijkheid zien:
(B-K-B-K), dus de 1e boventoon.

b. Je ziet 3/4 golf in de tekening, dus L = 3/4 λ -->
λ = L / (3/4) = 2,25 / (3/4) = 3,0 dus λ = 3,0 m

c. v = f λ --> f = v/λ = 48 / 3,0 = 16 dus f = 16 Hz
B         K         B         K
<--           3/4 λ       -->

Slide 17 - Tekstslide

Refelctie op doelen:

Slide 18 - Tekstslide

7.5 en 7.6
Lees het een keer door. 

AM en FM moet je wel even kennen (7.6)

Gaat over het moduleren van draaggolven (radio en wifi)
kan via FM en AM Frequentie en Amplitude.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide