In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.2 Wonen in een industriestad
Slide 1 - Tekstslide
Willem I had alle macht
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Onder Willem I hadden ministers niks te vertellen
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Wat wilden liberalen?
Slide 4 - Open vraag
grondwet 1848
Slide 5 - Woordweb
Noem 2 punten uit de grondwet:
Slide 6 - Open vraag
Lesvraag par. 3.2
Hoe woonden arbeiders tijdens de Industriële Revolutie?
Slide 7 - Tekstslide
Industriële Revolutie
Slide 8 - Woordweb
Wat is de industriële revolutie?
Ingrijpende verandering in de samenleving.
Van huisnijverheid naar fabrieken.
Van handwerk naar machines.
Dit is een proces die tijdens de 19de eeuw plaatsvond in de Westerse wereld. Het begon in Engeland en de rest van de Westerse landen volgden vlak daarna.
Slide 9 - Tekstslide
Fabrieken in Nederland
Door de Industriële Revolutie ging Nederland er heel anders uitzien:
grote fabrieken --> kon je goed zien en ruiken
Fabrieken werden gebouwd langs:
rivieren, kanalen, spoorlijnen
dichtbij of in steden
Slide 10 - Tekstslide
Fabrieken in Nederland
Door machines werd in fabrieken snel/goedkoop geproduceerd.
Thuiswerkers (boeren/ambachtslieden) konden hier niet tegenop, hun inkomen daalde snel, want ze konden hun spullen niet meer verkopen.
Gevolg -->
Slide 11 - Tekstslide
Urbanisatie
De boeren en ambachtslieden trokken van het platteland naar de stad (urbanisatie), want daar konden ze werk krijgen in de fabrieken.
Al snel puilden de steden uit van de fabrieksarbeiders. De omstandigheden waren heel slecht.
Slide 12 - Tekstslide
Vies en druk
Doordat veel mensen naar stad verhuisden, ontstond er een tekort aan betaalbare woningen.
Huizen werden verbouwd, zodat er wel 12 gezinnen konden wonen, maar werden niet onderhouden --> huurbaas verdiende goed
Slide 13 - Tekstslide
Vies en druk
De straten waren modderig en vies:
geen riolering
vuilnis werd niet opgehaald
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Herhalen
Weet je alles nog?
Slide 16 - Tekstslide
Waar werden fabrieken gebouwd?
Slide 17 - Open vraag
Waarom konden thuiswerkers hun spullen niet meer verkopen?