3.4 Planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Aan de slag

Je leest blz. 201-204

Onderstreep wat je moeilijk vindt

Planning

1. Herhaling
2. Planten
3. oefenen

BS 4 Ordening Planten

Weet je nog?

2 hoofdgroepen:

De 2 Hoofdgroepen zijn onderverdeeld in Rijken.

Kenmerken van de 7 rijken

Kenmerken bij ordenen

celkern

celwand

bladgroenkorrels

Wanneer behoort een organisme tot dezelfde soort?

1. als het een populatie is
2. als het zich kan voortplanten
3. als het samen leeft
4. als het zich kan voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgt

Welke groep heeft geen celwand?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?

1. Prokaryoten hebben geen celwand
2. Eukaryoten zijn meercellig
3. Prokaryoten hebben geen celkern
4. Eukaryoten hebben bladgroenkorrels

Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met een celmembraan. Welke conclusie kun je nu trekken

1. Dit is een cel van een plant of dier
2. Dit is een cel van een schimmel of bacterie
3. Dit is een cel van een plant of schimmel of dier
4. Dit kan een cel van elk organisme zijn

Planning

1. Planten
2. Opdrachten 

Lesdoelen

Aan het einde kan je

van een plant zeggen of het een sporenplant, zaadplant, vaatplant of groenwier is.

1

2

Stam: Vaatplanten

Ze hebben: VATEN voor transport

wortels

stengel

blad

Klasse: Zaadplanten

maken zaden

wortels, stengels, bladeren en bloemen

Klasse: Sporenplanten

sporen

wortels, stengels, bladeren maar geen bloemen

Mossen met sporendoosjes

Varens met sporenhoopjes

Sporenplanten

sporenhoopjes

sporendoosjes

varens

Mossen

Wieren of algen

leven vooral in water 

algen

stam: groenwieren

hebben bladgroenkorrels

geen wortel, geen stengel

Stam: Wieren en algen

• Geen echte wortels, stengels en bladeren.
• De meeste soorten wieren leven in het water.
  
• Wieren planten zich voort door middel van sporen.
• Eencellig of meercellig. 
  

Boomalg

(eencellig)

Wieren (algen) kunnen eencellig en meercellig zijn.

dit is een

1. zaadplant
2. sporenplant
3. wier
4. alg

dit is een

1. zaadplant
2. sporenplant
3. wier
4. alg

dit is een

1. zaadplant
2. sporenplant
3. wier
4. alg

Zaadplant

Sporenplant

Aan de slag!

Wat?	Basisstof 4 (planten): maak opdracht 1 t/m 6 (blz. 204-206)
Tijd:	15 min
Hoe?	Zelfstandig
Klaar?	Lees basisstof 5: schimmels (blz. 209-211)

Aan de slag!