1.4 Kom je uit met je geld?
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk soort behoefte is water?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte
Slide 3 - Quizvraag
Welk soort behoefte is naar een voetbal wedstrijd gaan?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte
Slide 4 - Quizvraag
wat is het verschil tussen goederen en diensten
A
Diensten zijn tastbaar, goederen niet.
B
goederen kun je altijd eten, diensten niet.
C
Goederen zijn tastbaar, diensten niet.
D
diensten zijn eetbaar, goederen niet.
Slide 5 - Quizvraag
Als iemand zijn eigen groente verbouwt in zijn tuin en deze gebruikt bij het koken, noemen dit dit:
A
Diensten
B
Consumeren
C
Goederen
D
Zelfvoorziening
Slide 6 - Quizvraag
Wat is sociale beïnvloeding?
A
Invloed van reclames op wat je koopt
B
Invloed van vrienden en familie op wat jij koopt
C
Hoeveel geld je kunt uitgeven in de maand
D
Dat een reclame je gedrag wil veranderen
Slide 7 - Quizvraag
BOB, zeg het hardop. Dit is een reclame over niet rijden onder invloed. Welk soort reclame is dit?
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
€ 10,-- per week is hoeveel per maand?
Slide 23 - Open vraag
€ 60 per maand is hoeveel per week?
Slide 24 - Open vraag
Een broodje op de markt?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven
Slide 25 - Quizvraag
Je abonnement van je mobiel?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven
Slide 26 - Quizvraag
Een nieuwe PS4?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven
Slide 27 - Quizvraag
Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.
A
budgetteren
B
reserveren
