Thema 4 vervoer les 1

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Thema 4 vervoer les 1

Wat gaan we leren?

- Woorden en zinnen schrijven, uitspreken en lezen die met vervoer te maken hebben.

Traffic

Opdracht 1:

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Opdracht 3: lees en luister mee

Lees het lijstje met woorden op blz 18 goed door.

Boek dicht! Even kijken of jullie goed hebben opgelet.

Wat beteken de volgende woorden, van Engels naar Nederlands en van Nederlands naar Engels

Hebben

1. Have
2. Haben
3. His
4. Hove

Need

1. Naald
2. Heb nodig
3. Nee
4. Naad

Driver

1. Drijven
2. Dronken
3. Rijden
4. Chauffeur

Travel by public

1. Met de auto reizen
2. Samen met anderen reizen
3. Met het openbaar vervoer reizen
4. Vliegen

Passenger

1. Machinist
2. Passagier
3. Chauffeur
4. Passen

Travel

1. Snel
2. Passagier
3. Reizen
4. Passen

Neem

1. Name
2. Pakken
3. Take
4. Nee

Dreams

1. Dromen
2. Creme
3. Reizen
4. Passen

Metro

1. Metro
2. Train
3. Underground
4. Rails

Je boek mag weer open op blz 120

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Laatste klassikale opdracht alweer!

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Maak opdracht 13 en 15 tm 20 in je boek.

Op studiemeter maak je alles van woorden

schooltv.nl

Einde les