5.2 Wat wordt de prijs

5 Wat levert het op?
5.2 Wat wordt de prijs?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5 Wat levert het op?
5.2 Wat wordt de prijs?

Slide 1 - Tekstslide

5.2 Wat wordt de prijs?
  • Ik kan uitleggen wat de brutowinstopslag is.
  • Ik kan met behulp van de inkoopprijs en de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen.
  • Ik kan met behulp van de afzet en de verkoopprijs de omzet berekenen.

Begrippen: inkoopprijs, brutowinstopslag, verkoopprijs, afzet en omzet 

Slide 2 - Tekstslide

De kassabon ontleedt
Verkoopprijs
De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW waaraan een product wordt verkocht. 

    De verkoopprijs is voor de winkelier!

      Slide 3 - Tekstslide

      De kassabon ontleedt
      BTW
      Bij elke aankoop die een consument doet, moet hij belasting betalen. Dit noemen we de BTW.

      • levensmiddelen: 9%
      • luxegoederen: 21%

      De BTW is voor de Belastingdienst!
      • Winkel ontvangt de BTW van consument.
      • Winkel stort BTW door naar Belastingdienst.

      Slide 4 - Tekstslide

      De kassabon ontleedt
      Consumentenprjs
      De consumentenprijs is de prijs die een consument betaalt in de winkel. 

      De consumentenprijs bestaat uit 2 delen:
      • verkoopprijs
      • 9 of 21% BTW

      De consumentenprijs is dus inclusief btw.

      Slide 5 - Tekstslide

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Inkoopprijs
      Een winkelier koopt zijn producten in bij een groothandel.

      Een winkelier moet ervoor zorgen dat die de inkoopprijs zeker terugverdient.

      Slide 6 - Tekstslide

      kosten winkelier?

      Slide 7 - Woordweb

      De inkoopprijs is?
      A
      Wat een consument betaalt
      B
      Wat een bedrijf betaalt

      Slide 8 - Quizvraag

      inkoopprijs  € 0,80
      verkoopprijs
      € 1,20
      brutowinstmarge
      + € 0,40

      Slide 9 - Tekstslide

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Verkoopprijs
      De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW waaraan een product wordt verkocht. 

      (De BTW is niet voor het bedrijf, maar voor de belastingdienst!)

      Slide 10 - Tekstslide

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Brutowinstmarge
      verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge 

      Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.

      Slide 11 - Tekstslide

      Wat is de brutowinstopslag?
      A
      De inkoopprijs.
      B
      Het verlies.
      C
      Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt.
      D
      Het hele bedrag dat de klant moet betalen voor het product.

      Slide 12 - Quizvraag

      De brutowinstmarge is 25% VAN DE inkoopprijs. Hoe veel % is de inkoopprijs?
      A
      100%
      B
      125%
      C
      75%

      Slide 13 - Quizvraag

      De verkoopprijs is...
      A
      de prijs exclusief btw
      B
      de prijs inclusief btw

      Slide 14 - Quizvraag

      We willen t-shirts verkopen, deze kopen we in voor 4 euro. We gebruiken een brutowinstmarge van 80%.

      Wat word de verkoopprijs?

      Slide 15 - Open vraag

      5.2 Wat wordt de prijs?
      • Ik kan uitleggen wat de brutowinstopslag is.
      • Ik kan met behulp van de inkoopprijs en de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen.
      • Ik kan met behulp van de afzet en de verkoopprijs de omzet berekenen.

      Begrippen: inkoopprijs, brutowinstopslag, verkoopprijs, afzet en omzet 

      Slide 16 - Tekstslide

      De inkoopprijs is?
      A
      Wat een consument betaalt
      B
      Wat een bedrijf betaalt

      Slide 17 - Quizvraag

      De verkoopprijs is...
      A
      de prijs exclusief btw
      B
      de prijs inclusief btw

      Slide 18 - Quizvraag

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Inkoopprijs en verkoopprijs (herhaling)
      Een winkelier koopt zijn producten in bij een groothandel. Een winkelier moet ervoor zorgen dat die de inkoopprijs zeker terugverdient.

      De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW waaraan een product wordt verkocht.
      (De BTW is niet voor het bedrijf, maar voor de belastingdienst!)

      Slide 19 - Tekstslide

      Wat is de brutowinstopslag?
      A
      De inkoopprijs.
      B
      Het verlies.
      C
      Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt.
      D
      Het hele bedrag dat de klant moet betalen voor het product.

      Slide 20 - Quizvraag

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Brutowinstmarge (herhaling)
      verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge 

      Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.

      Slide 21 - Tekstslide

      We willen t-shirts verkopen, deze kopen we in voor 7 euro. We gebruiken een brutowinstmarge van 60%.

      Wat wordt de verkoopprijs?

      Slide 22 - Open vraag

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Afzet
      De afzet is het aantal producten dat je verkoopt.

      Slide 23 - Tekstslide

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Omzet
      De omzet is de verkoopopbrengst exclusief BTW.

                                              afzet
      verkoopprijs (excl. BTW) x
                                         omzet

      Slide 24 - Tekstslide

      5.2 Wat wordt de prijs?
      Omzet
      • De afzet is het aantal producten dat je verkoopt.
      • De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW.
      • De omzet is de verkoopopbrengst exclusief BTW.

      afzet x verkoopprijs = omzet

      2000 hamburgers x € 5,00 per hamburger = € 10.000 opbrengst

      Slide 25 - Tekstslide

      Hoe bereken je de omzet?
      A
      afzet x consumentenprijs = omzet
      B
      brutowinst - inkoopwaarde = omzet
      C
      afzet x verkoopprijs = omzet
      D
      inkoopwaarde - brutowinst = omzet

      Slide 26 - Quizvraag

      Ron verkoopt 300 ijsjes op het strand van Groede aan € 1,50 per stuk. Zelf kocht hij de ijsjes in aan € 0,50 per stuk.

      Bereken zijn omzet.

      Slide 27 - Open vraag

      5.2 Wat wordt de prijs?
      • Ik kan uitleggen wat de brutowinstopslag is.
      • Ik kan met behulp van de inkoopprijs en de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen.
      • Ik kan met behulp van de afzet en de verkoopprijs de omzet berekenen.

      Begrippen: inkoopprijs, brutowinstopslag, verkoopprijs, afzet en omzet 

      Slide 28 - Tekstslide