groep 7 2.2

• Nederlands
• Primary Education
• Age 10

Groep 7 thema 2 week 2

1. Taal harde kaft: Lees blz. 50-51: Op reis naar het vissersparadijs 

2. Taal harde kaft: Leer de themawoorden blz. 51 goed vóór je begint met de quiz op de volgende slide. Juf zal later je antwoorden controleren, dus maak de opdrachten serieus

een ander woord voor ontspannen/rustig

1. overtollig
2. onverbiddelijk
3. relaxed
4. gespannen

Wat is de betekenis van 'opgewonden'

1. Druk en zenuwachtig, niet rustig
2. Als je een beslissing heb genomen en je verandert die niet meer.
3. Onder controle houden
4. Meer dan nodig

Een riem zie je op de afbeelding. Welke andere betekenis heeft riem nog meer?

1. De resten van een boot, auto of vliegtuig na een ongeluk
2. Roeispaan. Wordt gebruikt om mee te roeien
3. Een boot die gebruikt wordt tijdens de oorlog
4. Een vogelsoort die alleen in Europa voorkomt

Wat is de betekenis van 'de haal'?

1. Een stok met aan een kant een plat gedeelte
2. Resten van een auto na een ongeluk
3. Het platte gedeelte van een riem of roeispaan
4. De beweging die de riem van een roeiboot maakt

Wat is de betekenis van 'het roeiblad'

1. De beweging die de riem door het water maakt
2. Een riem
3. Het platte gedeelte van een riem of roeispaan
4. Een boomblad

Wat betekent 'overtollig'

1. Egens anders
2. Meer dan nodig is
3. Iets wat fout gaat
4. Streng

Wat betekent 'elders'

1. Meer dan nodig is
2. Streng
3. Ouder
4. Ergens anders

Wat is 'het wrak'

1. Resten van een boot/auto/vliegtuig na een ongeluk
2. Een roeispaan
3. Een boot zonder kapiteit
4. Een beslissing die niet meer verandert

Betekenis van 'deinen'

1. uit de hand lopen
2. in toom houden
3. druk en zenuwachtig zijn
4. zachtjes op en neer bewegen door de golven

Betekenis van 'onverbiddelijk'

1. Iets niet meer onder controle hebben
2. Streng. Als je een beslissing hebt genomen en je verandert die niet meer
3. Zenuwachtig zijn en hierdoor fouten maken
4. Meer dan nodig is

Betekenis van 'uit de hand lopen'

1. Een beslissing nemen die je niet verandert
2. Iets gaat helemaal mis. Je kunt het niet meer controleren
3. Je hebt iets helemaal onder controle
4. Je beslissingen steeds veranderen

Betekenis van 'in toom houden'

1. Streng. Je beslissing niet meer veranderen
2. Je stem verheffen
3. Niet rustig zijn
4. Onder controle houden

Groep 7 Thema 2 week 2

Taal groen harde kaft: Maak blz. 52-53 nr .1 en 2 

en als je dat af hebt, ga je naar de volgende slide.

voorzetseluitdrukking

Taal groen harde kaft: Blz. 54-55. Lees het oranje vakje 'Taal verkennen' en bekijk het filmpje op de volgende slide 

Taal groen, harde kaft

-Blz. 54-55 (voorzetseluitdrukking) maken nr. 1 en nr. 2 

Als je daar klaar mee bent en het allemaal goed snapt, bekijk je de video op de volgende slide. Die gaat over blz 56 en 57 .

Taal groen harde kaft

-Blz. 56-57 (formeel en informeel taalgebruik) maken nr. 1  en 2 

Als je daar klaar mee bent, kan je aan de slag met 'Spelling blauw boekje'

Spelling blauw

Uitleg: Je hoort 'ies', maar je schrijft 'isch'

Bekijk de video op de volgende slide 

Spelling blauw

Maak blz. 28-29 woorden met -isch

Als je daar klaar mee bent, kan je de video op de volgende slide bekijken. Let goed op de uitleg over het werkwoord GELOVEN (ergens aan het einde van de video)

uitleg - 't kofschip X

Gebruik je alleen voor verleden tijd/voltooide tijd en het gaat alleen om de MEDEKLINKERS! (t kfschp x)

1. heel werkwoord - en

2. zit de laatste letter in 't kofschip?
Ja --> +te(n) Nee --> +de(n) achter de ik-vorm!

Hoe werkt 't kofschip X

in de verleden tijd

De stappen	Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord	straffen
2. je neemt de 'stam'	dat is het hele ww -en dus 'straff'
3. Wat is de laatste letter van de stam?	de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in 't kofschip X?	ja dan +te(n)
5. Neem de ' ik-vorm ' van het ww +te(n)	strafte(n)

Hoe werkt 't kofschip X
in de verleden tijd

De stappen	Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord	niezen
2. je neemt de 'stam'	dat is het hele ww -en dus 'niez'
3. Wat is de laatste letter van de stam?	de laatste letter van niez = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?	nee dan +de(n)
5. Neem de ' ik-vorm ' van het ww +de(n)	nies+de(n)

Spelling blauw

Heb je het goed begrepen? 

Nee: bekijk opnieuw de video/uitleg op de vorige slides of vraag juf om uitleg.

Heb je het goed begrepen?

Ja: dan kun je verder met de quiz op de volgende slides (je antwoorden controleer ik)

Verleden tijd
Jack, Tom en Livia ________ (fietsen)

1. fietsden
2. fietsten
3. fietsde
4. fietste

Verleden tijd
Vroeger _____ Sara school (haten)

1. haatten
2. haatte
3. hate
4. haten

Verleden tijd
Jantje ________ (antwoorden)

1. antwoorde
2. antwoordte
3. antwoordde
4. antwoorte

Verleden tijd
Ik ________ door het ijs (zakken)

1. zakde
2. zakte
3. zaakde
4. zaakte

Verleden tijd
Jantje ________ (reizen)

1. reizde
2. reisde
3. reiste
4. reizte

Verleden tijd
Jij ________ (zweten)

1. zweete
2. zwete
3. zweette
4. zweeten

Verleden tijd
Sara________ (durven)

1. durvde
2. durvte
3. durfte
4. durfde

Verleden tijd
Tom, Livia en ________ het niet (geloven)

1. geloofden
2. geloovden
3. geloovde
4. geloofde

Spelling blauw 2.2

Maak: blz. 30-31 werkwoorden in de verleden tijd (‘t Kofschip X)

Maak; extra oefenwerkblad verleden tijd en t kofschip x maken.

Spelling blauw 2.2

Klaar met Taal (groen, harde kaft) en Spelling (blauw) en extra werkblad over het Kofschip X?

Dan kan je uit Taal groen werkboekje (zie planning voor de opdrachten en de bladzijden)

Daar klaar mee? Dan kan je aan woordenschat (paars) of je kunt je Nederlandse leesboek lezen.

Wat vond je van deze les? De tips (wat kan beter) en/of tops (wat vond je goed) kan je hieronder schrijven :-)