Thema 3 bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht

Thema 3 basisstof 2:  Ingeademde en uitgeademde lucht
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 3 basisstof 2:  Ingeademde en uitgeademde lucht

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling thema 3 bs 1
Weet je het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou brandstoffen?
A
aardgas,glas en hout
B
benzine, steen en papier
C
Olie, benzine en vet
D
papier, vet en water

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van verbrandingsproducten?
A
Benzine, water en aardgas
B
uitlaatgas, koolstofdioxide en water
C
olie, uitlaatgas en water
D
aardgas en benzine

Slide 4 - Quizvraag

De energie die vrijkomt bij de verbranding van een kaars is:
A
licht en beweging
B
warmte
C
licht
D
licht en warmte

Slide 5 - Quizvraag

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij de verbranding van kaarsvet zijn:
A
water en koolstofdioxide
B
rook en zuurstof
C
water en zuurstof
D
zuurstof en kooldioxide

Slide 6 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
een indicator is een stof die een andere stof aantoont
B
koolstofdioxide kan worden aangetoond door helder kalkwater
C
koolstofdioxide kan worden aangetoond door jodium
D
Koolstofdioxide kun je niet zien en ruiken

Slide 7 - Quizvraag

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij verbranding zijn:
A
energie en water
B
zuurstof en water
C
glucose en water
D
water en koolstofdioxide

Slide 8 - Quizvraag

Vul de ontbrekende woorden in:
Glucose +1. ................--> energie + 2. ....................+ water
A
1= zuurstof 2= koolstofdioxide
B
1=warmte 2=beweging
C
1=beweging 2=warmte
D
1= koolstofdioxide 2= zuurstof

Slide 9 - Quizvraag

Voor verbranding in je lichaam is nodig:
A
zuurstof en water
B
koolstofdioxide en water
C
glucose en zuurstof
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 10 - Quizvraag

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij verbranding zijn:
A
energie en water
B
zuurstof en water
C
glucose en water
D
water en koolstofdioxide

Slide 11 - Quizvraag

Vul de ontbrekende woorden in:
Glucose +1. ................--> energie + 2. ....................+ water
A
1= zuurstof 2= koolstofdioxide
B
1=warmte 2=beweging
C
1=beweging 2=warmte
D
1= koolstofdioxide 2= zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Herhaling thema 2 bs 1   Reactieschema verbranding:
Hoe was het ook al weer?




.......................+........................->  ....................+....................+.................

                    Klassikaal
(docent schrijft mee op het bord)

Slide 13 - Tekstslide

Verbranding in je lichaam:
vindt plaats in iedere lichaamscel
Nodig
voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> energie + koolstofdioxide + water
= bloedsuiker
= brandstof


door te eten
verbrandingsproducten
- komt vrij
- nodig:
    - om warm te blijven
    - om te kunnen bewegen
Reactieschema:
adem je uit

Slide 14 - Tekstslide

Thema 3 basisstof 3:  Ingeademde en uitgeademde lucht
Wat zit er in lucht?

- zuurstof (21%)
- stikstof (78%)
- koolstofdioxide (0,04%)
- rest (o.a. waterdamp) (0,96%)

Slide 15 - Tekstslide

Lees in stilte


       Thema 3 bs. 2
Lees de tekst op
blz. 85 en 86
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je inademt zit:
A
meer zuurstof
B
minder zuurstof
C
evenveel zuurstof
D
soms meer zuurstof, soms minder zuurstof

Slide 17 - Quizvraag

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je uitademt zit:
A
minder koolstofdioxide
B
meer koolstofdioxide
C
evenveel koolstofdioxide
D
soms meer, soms minder koolstofdioxide

Slide 18 - Quizvraag

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je uitademt zit:
A
evenveel waterdamp
B
minder waterdamp
C
meer waterdamp
D
soms meer, soms minder waterdamp

Slide 19 - Quizvraag

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
De lucht die je uitademt is:
A
even koud als bij inademing
B
warmer als bij inademing
C
soms kouder, soms warmer
D
even warm als bij inademing

Slide 20 - Quizvraag

Kijkvragen filmpjes
  • Waarom is teveel stikstof een probleem?
  • Wat doet de overheid om stikstof te verminderen?
  • Wat kun je zelf doen om stikstof te verminderen?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Waarom is teveel stikstof een probleem?

Slide 24 - Open vraag

Wat doet de overheid om stikstof te verminderen?

Slide 25 - Open vraag

Wat kun je zelf doen om stikstof te verminderen?

Slide 26 - Open vraag

Zelfstandig aan de slag

- Maak opdracht 10 en 12 , flitskaarten en test jezelf
Klaar:
   - Maak een flyer (poster) met adviezen en tips om de stikstof in de
      lucht te verminderen. Zorg dat deze uitnodigend eruit ziet.
      De flyer wordt beoordeeld!    
In de volgende dia staan 5 tips voor het maken
van een goede flyer
     

Slide 27 - Tekstslide

5 tips voor een goede flyer
1. Duidelijk doel: Verzin een toepasselijke titel (10p)
2. Maak mensen nieuwsgierig (20p)
3. Zorg voor een duidelijke opbouw (20p)
4. maak teksten met duidelijke boodschap (30p)
5. Kies afbeeldingen die de aandacht
     trekken. (20p)



Slide 28 - Tekstslide