Debatteren (1)

Na déze les
  • weet je wat een debat is
  • welke regels er zijn
  • en hoe je een debat kan voeren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Na déze les
  • weet je wat een debat is
  • welke regels er zijn
  • en hoe je een debat kan voeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • uitleg debatteren
  • voorbereidingstijd

Slide 2 - Tekstslide

In de komende les leer je: 
  • hoe je een debat voert 
  • argumenteren
  • jezelf presenteren
  • anderen overtuigen
  • snel en to-the-point reageren
  • beoordelen of anderen overtuigend zijn

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Verschil debat en discussie
Debat
Discussie
Begin en eind is afgesproken
Vindt spontaan plaats
Onderwerp staat vast
Onderwerp spontaan gekozen
Volgens vaste regels
Vrije vorm
Deelnemers bekend
Iedereen kan deelnemen
Mening staat vast
Mening kan veranderen
Een derde partij overtuigen
Elkaar overtuigen

Slide 5 - Tekstslide

Het debat 
Heeft twee partijen:
  • voorstanders 
  • tegenstanders

Terwijl twee teams debatteren, hebben de anderen ook een rol:

  • jurylid/observator

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Kies één van de onderstaande stellingen:
  • Pepernoten mogen pas vanaf 1 november verkocht worden.
  • Bibliotheken zijn overbodig.
  • Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.

Werk zelfstandig en schrijf zo veel mogelijk argumenten op, zowel vóór als tegen deze stelling.
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Overtuigen!
Als ik je naam noem, ga je staan en geef je zo overtuigend mogelijk een van je argumenten.

Slide 8 - Tekstslide

Pepernoten mogen pas vanaf 1 november verkocht worden

Slide 9 - Tekstslide

Bibliotheken zijn overbodig.

Slide 10 - Tekstslide

Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Welke regels gelden er bij debatteren?

Slide 12 - Woordweb

Regels van het debat


Luister goed en laat elkaar uitpraten

Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt
Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap
Overtuig de toehoorders





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Stelling 1: Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.
  

Stelling 2: Vapen zou verboden moeten worden.


Stelling 3: Geen mobieltjes in de klas!


Stelling 4: De zomertijd moet worden afgeschaft.
 

Stelling 5: De verkoop van fastfood moet verboden worden.


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Ga bij je groep zitten.
Lees evt. de stelling nog eens door. 
Ga op zoek naar informatie en brainstorm over argumenten.

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Debat voeren
Groep voor 
Groep tegen
Jury

Slide 17 - Tekstslide

Bij een DEBAT heb je altijd een stelling.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een debat?
A
een foutje dat iemand per ongeluk heeft gemaakt
B
een ruzie tussen twee of meer mensen
C
woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling
D
een programma waarbij vragen beantwoord worden

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van een debat?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 20 - Quizvraag

Weet je nu wat een debat is?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een debat?

Slide 22 - Woordweb