1.2 Ademhaling

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Hoofdstuk 1 - Verbranding en ademhaling

1.2 - Verbranding

Inhoud van de les

Herhaling Basisstof 1.

Uitleg basisstof 2

Maken opdrachten.

Wat heb je nodig voor verbranding?

1. Een brandstof ​= een stof die kan verbranden.
2. Zuurstof 

Verbranding is ...

1. glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
2. koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
3. koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water
4. glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof

Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?

1. ja
2. nee

Wie doen er aan verbranding?

1. Alleen planten
2. Alleen dieren
3. Planten en dieren
4. Alle levende organismen

Verbranding bij organismen

Ieder levend organisme doet altijd aan verbranding!

Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller

Verbranding schematisch

Verbranding?

Verbranding?

Hoofdstuk 1 - Verbranding en ademhaling

1.3 - Het ademhalingsstelsel

Doelen van deze paragraaf

Je kan de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen

Je kan de functies van elk van deze onderdelen benoemen

Ademhalingsstelsel

Inademen via mond/neus

Mondholte

Keelholte

Luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakjes

Longblaasjes

Trilhaartjes

In neusslijmvlies zitten trilhaartjes

Nemen stof en ziekteverwekkers mee naar keelholte.

In neusslijmvlies zit ook reukzintuig, je ruikt zo gevaarlijke stoffen in de lucht

Keelholte

Inademen en eten via zelfde plek: mond/keelholte

Huig en strotklepje voorkomen dat je je verslikt

Keelholte

Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken

Longen

Luchtpijp - stevig, kan niet 'dichtklappen'

Lucht naar longblaasjes

Gaswisseling -> ene gas wisselt met andere gas; zuurstof en koolstofdioxide

Gezonde longen

Rokers longen

Vragen?

Hoeveel bronchiën heeft de mens

1. geen
2. een
3. twee
4. een heleboel

wat is de taak van het strotklepje bij het doorslikken?

1. het strotklepje sluit de neusholte af bij slikken
2. het strotklepje sluit de slokdarm af bij slikken
3. het strotklepje sluit de luchtpijp af bij slikken
4. het strotklepje duwt je eten naar de slokdarm

wat is de functie van het trilhaarepitheel in de luchtpijp en de bronchiën?

1. Het trilt vuildeeltjes en ziekteverwekkers omhoog
2. De trilhaartjes verwarmen de lucht.
3. De trilhaartjes trillen het slijm omhoog met daarin vuildeeltjes en ziekteverwekkers.
4. Het houdt de luchtpijp open.

Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes?

1. Zuurstof bloed in, Koolstofdioxide bloed uit
2. Koolstofdioxide bloed in, Zuurstof bloed uit
3. Stikstof bloed in, Koolstofdioxide bloed uit
4. Zuurstof bloed in , Stikstof bloed uit

Aan het werk

Maken: 

Opdracht 4, 5, 6, 7, 8

Klaar? Opdracht 9 maken

Lezen: 1.4+1.5