Elke alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst. Soms gaat een alinea over 1 deelonderwerp, soms gaan er meer alinea's over één deelonderwerp.
Slide 12 - Tekstslide
Onderwerp en deelonderwerp
Slide 13 - Tekstslide
Deelonderwerp
Een deelonderwerp = het onderwerp van een alinea.
voorbeeld
De tekst gaat over voetbal.
Deelonderwerpen zouden kunnen zijn:
- regels
- kleding
- het voetbalteam
Slide 14 - Tekstslide
Het onderwerp: judo
De deelonderwerpen in het middenstuk:
Het middenstuk: deelonderwerpen
Slide 15 - Tekstslide
Verkennend en nauwkeurig lezen
Slide 16 - Tekstslide
nauwkeurig lezen
Slide 17 - Tekstslide
De titel, tussenkopjes, de eerste en laatste alinea lezen zijn voorbeelden van...
A
Nauwkeurig lezen
B
Verkennend lezen
Slide 18 - Quizvraag
Welke manier van lezen gebruik je als je een leesboek leest?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
Slide 19 - Quizvraag
Je wilt snel weten waar de tekst over gaat.
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
Slide 20 - Quizvraag
Bron I
Als je de bron van een tekst bekijkt, dan kom je vaak de volgende dingen te weten:
Waar de tekst vandaan komt
Wie de tekst geschreven heeft
Wanneer de tekst geschreven is
Slide 21 - Tekstslide
(on)betrouwbaar
- Het doel van een tekst: wil iemand iets verkopen of alleen informeren?
- Wat is de bron van de tekst? Is dat bijvoorbeeld een bekende, of bijvoorbeeld het nieuws?
- Kun je dezelfde info ook ergens anders vinden?
Slide 22 - Tekstslide
De bron van een tekst
Onderaan een tekst kan je vinden waar een tekst vandaan komt (welke krant of welk boek), wie de tekst geschreven heeft (de auteur) en wanneer de tekst geschreven is.
Voor de betrouwheid van een tekst is erg belangrijk om altijd naar de bron te kijken.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Je gaat nu voor jezelf de volgende vragen beantwoorden: