TL2 quiz 2.1 tm 2.3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij deze afbeelding?
A
huisnijverheid
B
industrialisatie
C
stoommachine
D
agrarische samenleving

Slide 2 - Quizvraag

In welke sector startte de industriële revolutie?
A
mijnbouw
B
ijzerindustrie
C
dienstensector
D
textielindustrie

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitvinding zorgde voor de verplaatsing van productie naar fabrieken?
A
waterframe
B
stoommachine
C
elektriciteit
D
lopende band

Slide 4 - Quizvraag

Volgens Adam Smith was het de taak van de overheid om ....
A
de economie met allerlei wetten te sturen
B
de eigen economie te beschermen tegen andere landen
C
zich zo min mogelijk te bemoeien met de economie
D
zich actief te bemoeien met de economie

Slide 5 - Quizvraag

wat past het beste bij: "Industriele Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 6 - Quizvraag

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika

Slide 7 - Quizvraag

Welke groep kreeg meer macht door de Industriële Revolutie?
A
Arbeiders
B
Boeren
C
Adel
D
Vorsten

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
sociale kwestie
C
confessionalisme
D
socialisme

Slide 9 - Quizvraag

Liberalen willen vooral.....
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Revolutie
D
Religie

Slide 10 - Quizvraag

Welke politieke stroming streefde naar een normaal loon en goede werkomstandigheden?
A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Conservatieven
D
Socialisten

Slide 11 - Quizvraag

De politieke stroming die een revolutie wilde was het:
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 12 - Quizvraag

Aan het eind van de 19e eeuw ontstonden er verschillende politieke partijen.
Voor welke politieke partijen/stromingen vormde het geloof een belangrijke drijfveer in de politiek?
A
Liberalisme
B
Confessionalisme
C
Communisme
D
Conservatisme

Slide 13 - Quizvraag

Welk persoon was een liberaal?
A
Karl Marx
B
Adam Smith
C
Thorbecke
D
Samuel van Houten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is huisnijverheid
A
Mensen gaan thuis producten maken.
B
Mensen maken van hun eigen tuin landbouwgrond
C
Mensen zitten zonder werk thuis
D
Mensen gaan dieren thuis dieren fokken

Slide 15 - Quizvraag

Waarom gingen veel ondernemers fabrieken bouwen bij de rivieren?
A
De fabrieken moesten al het afval dumpen in het water
B
De nieuwe uitvinding “het waterrad” had snelstromend water nodig
C
De arbeiders konden zich hier in wassen na een werkdag
D
Hier was de grond goedkoper

Slide 16 - Quizvraag

3

Slide 17 - Video

00:36
Waren arbeiders blij met de nieuwe wet tegen kinderarbeid?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

01:21
Waarom was deze nieuwe wet geen succes?

Slide 19 - Open vraag

01:50
Waarom gaan deze kinderen toch naar de fabrieken en niet naar school?
A
School is te ver weg
B
Er is nog geen leerplicht
C
De overheid vind dat kinderen niet mogen leren
D
Er zijn nog geen scholen

Slide 20 - Quizvraag