15-11-2024 Cursus 7 § 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

Regels in de klas

Jas in locker

Geen kauwgom of ander eten/drinken

Spullen op tafel

Telefoon in de tas en geluid uit

Oortjes in tas

Tas op de grond

Recht zitten

Planning

1. Stillezen

2. Dictee

3. Instructie

4. Zelfstandig werken

5. Afsluiting

Lezen

Dictee!

Dictee!

DICTEE DICTEE DICTEE DICTEE

* trucjes

* Indonesië

* dierenrechtenorganisaties

* politici

* vrijgelaten

jeugdjournaal.nl

Spelling herhaling leerjaar 1

quiz met uitleg

Lesdoel

Na deze les 

• gebruik je hoofdletters correct 
• schrijf je meervoudsvormen correct
• schrijf je de verkleinwoorden correct
• gebruik je de samenstellingen correct

Herhalingsquiz hoofdletters

Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Welke zin is goed?

1. Rotterdam ligt in de provincie Zuid-Holland.
2. rotterdam ligt in de provincie Zuid-holland.
3. Rotterdam ligt in de provincie Zuid-holland.
4. rotterdam ligt in de provincie Zuid-Holland.

Welke zin is goed?

1. Anke zit op een Christelijke middelbare school.
2. Anke zit op een christelijke middelbare school.
3. Anke zit op een Christelijke middelbare School.
4. Anke zit op een christelijke middelbare School.

Welke spelling is juist?

1. De eerste wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
2. De eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
3. De Eerste wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
4. De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.

Welke spelling is juist?

1. 'S avonds gaat Nikki sporten.
2. 'S avonds gaat nikki sporten.
3. 's Avonds gaat mevrouw van Hagel sporten.
4. 's Avonds gaat mevrouw Van Hagel sporten.

Herhalingsquiz meervouden

Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Wat is het meervoud van konijn?

1. konijnen
2. konijnnen
3. konijns
4. konijnderen

Wat is het meervoud van paragraaf?

1. paragraven
2. paragrafen
3. paragraaven
4. paragraafen

Wat is het meervoud van knie?

1. knies
2. knieen
3. knieën
4. kniën

Herhalingsquiz verkleinwoorden

Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Wat is het verkleinwoord van café

1. cafétje
2. cafeetje

Wat is het verkleinwoord van cd?

1. cd-rompje
2. cd-rommetje

Wat is het verkleinwoord van taxi?

1. taxitje
2. taxietje

Wat is het verkleinwoord van koning?

1. koningje
2. koninkje

Herhalingsquiz samenstellingen

Noteer bij elke vraag de juiste samenstelling

Samenstelling van fiets + sleutel

1. fietsensleutel
2. fietssleutel

Samenstelling van diploma+uitreiking

1. diploma-uitreiking
2. diplomauitreiking

Huiswerk

 Datum:
18-11-2024
Maken:

Cursus 7 Spelling

§ 1 Herhaling Leerjaar 1

Leren:

Woordenschat § 3

Weekend