Bronwijzer 3.3 vroege verlichting 2e les.

3.3  De vroege Verlichting
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.3  De vroege Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je werkboek, tekstboek, schrift + pen! 
TB. Blz. 52 
Wb. Blz. 49 
Schrift open want je moet de antwoorden hier gaan invullen! 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkboek blz. 49 vraag 1:
De vervloeking van Spinoza door het synagogebestuur was definitief.
a. Leg dat uit met behulp van een citaat uit de vervloeking.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 49 vraag 1b. Vind je deze straf begrijpelijk? Motiveer je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 49 TB vraag 2. In de tekst staat: ‘De Republiek werd de geboorteplaats van de verlichting’. Leg deze zin uit.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Geef voor onderstaande uitspraken steeds aan of het gaat om een feit of om een mening. Wanneer het
gaat om een mening, verander de zin dan zo dat die een feit wordt.

a. De tegendraadse Spinoza vormde in zijn tijd een gevaar voor kerk en samenleving. 

b. In Nederland konden best veel mensen lezen, waardoor veel mensen kennis konden nemen van de
nieuwe filosofie. 

c. Descartes zorgde ervoor dat wetenschappers kritisch omgingen met het gezag en de traditie.

d. De Republiek der Verenigde Nederlanden heeft gelukkig weinig betekend voor de verlichting. Ze heeft
alleen maar belangrijke filosofen onderdak geboden. 
Verder veranderde er in Nederland vrij weinig.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel mensen in ons land (de Republiek) konden lezen. Er werden veel boeken gekocht en er waren in verhouding veel universiteiten. Je kon dus op verschillende manieren je kennis uitbreiden. Daardoor was het opleidingsniveau van de burgers in de Nederlanden relatief hoog.
A
Helemaal waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Zou zomaar kunnen...

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TB. Blz. 52 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij "Vroege Verlichting"

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
- Filosofische beweging
- Rationalisme: verklaarbaar met het verstand
- Wetenschap en logisch nadenken geven vooruitgang
- Mensen moeten ‘duisternis’ van dom geloof achter zich laten
- Zeventiende eeuw in NL (republiek)
-Achttiende eeuw FR & rest van West- Europa

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Descartes
1596-1650

Slide 11 - Tekstslide

René Descartes-
  Goede mathematicus. Hij probeerde alles te betwijfelen, hij kon niet in twijfel brengen dat hij zelf bestond: ik denk dus ik besta. Schreef zijn meest invloedrijke werken tussen 1620 en 1640. Dualistische filosofie van het Cartesiaanse dualisme (Er zijn twee realiteiten: een denkende substantie, dit zijn: gedachten, ziel, bewustzijn, subjectieve ervaring en vele anderen. De andere was uitgebreide substantie, alles buiten de gedachten en vandaar objectief. Wetenschap moet nuttig zijn met als belangrijkste doel waar en onwaar te onderscheiden. Hij was de eerste die de filosofie van Aristoteles verwierp.)

Descartes
1596-1650
“De waarheid is niet iets dat we op voorhand veronderstellen en vervolgens onderzoeken in al zijn vertakkingen, maar iets dat we, na een lang proces van onderzoek, experimenten en tussengedachten, aan het eind vinden…”

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

“De waarheid is niet iets dat we op voorhand veronderstellen en vervolgens onderzoeken in al zijn vertakkingen, maar iets dat we, na een lang proces van onderzoek, experimenten en tussengedachten, aan het eind vinden…”

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In zijn Discours de la Méthode uit 1637 introduceerde Descartes het principe van systematische twijfel. Door te beginnen met alles dat hij redelijkerwijs in twijfel kon trekken te betwijfelen, kwam hij tot de conclusie dat hij zijn eigen bestaan niet in twijfel kon trekken ('Cogito ergo sum', ik denk, dus ik besta). Hieruit leidde hij, door systematisch redeneren, het bestaan van God en nog veel meer af. Zijn befaamde 'Cartesiaanse dualisme' was de filosofie, dat God twee soorten van fundamentele werkelijkheid had geschapen in het heelal: één die uitsluitend in het denken, de geest, het bewustzijn en de subjectieve ervaring van de mens bestaat en één daarbuiten die derhalve objectief is. Deze filosofie had grote en lang durende effecten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twijfel jij wel eens aan je bestaan?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Descartes
'Telkens als ik eraan zou twijfelen of ik wel besta, twijfel ik. En om te twijfelen moet ik wel bestaan'.

Cogito ergo sum - Ik denk, dus ik ben.

Rationalisten: door goed na te denken kun je tot zekere kennis komen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Republiek = ‘vluchthaven’ 
  1. Vrijheid van meningsuiting (Weinig censuur)
  2. In andere landen is geloofsvervolging                                    (Hugenoten in Frankrijk en Joden in Spanje) 
  3. Veel kennis (Veel mensen in de republiek kunnen lezen) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verlichting

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denkbeelden van de Verlichting 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben. Dus moet er opgekomen worden voor een menswaardiger bestaan en gestreden worden tegen misstanden zoals slavernij en wrede straffen.

GEEF EEN VOORBEELD

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

B. Betekenis van het begrip
Volkssoevereiniteit
A
De koning heeft de hoogste macht
B
Het volk heeft de hoogste macht
C
"Cogito ergo sum"
D
Absolutisme

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C Mensen zijn van nature goed, maar moeten goed worden opgevoed en onderwezen tot ‘redelijkheid’, dan zullen veel misstanden verdwijnen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D Er moet een scheiding zijn van kerk, staat en rechtspraak
eens
oneens

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

E Het verstand (de rede) is belangrijk en zou uitgangspunt moeten zijn. Daarbij is het wel goed te bedenken dat de eigen kijk op de wereld niet de enige juiste hoeft te zijn.

SCHRIJF OP IN JE EIGEN WOORDEN:

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

F Godsdienstige verdraagzaamheid

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



G Economische vrijheid. Ieder individu moet zijn eigen belang kunnen nastreven en dat levert welvaart op.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke citaten passen bij welke denkbeelden? 
Mensenrechten 
Volkssoevereiniteit
scheiding kerk en staat 
Het verstand ( de rede) is van belang! 
Deugd (opvoeding en onderwijs) 
Godsdienstige verdraagzaamheid
economische vrijheid 
Kant: "Overigens is het een bewijs van een prima verstand, wanneer de mens weet, hoe hij goede vragen moet stellen."
Kant:  "De mens is het enige wezen dat opvoeding nodig heeft."
 Locke:
"Een gezonde geest in een gezond lichaam is een korte doch volledige beschrijving van een gelukkige toestand in deze wereld."

Montesqieu: "In geen koninkrijken hebben zoveel burgeroorlogen gewoed als in dat van Christus."
Voltaire:  "Het lot van een volk heeft vaak afgehangen van de goede of slechte spijsvertering van de eerste minister."
Kant: "Twee dingen vervullen mij altijd weer met eerbied: de sterrenhemel boven mij, de zedenwet in mij."

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze paragraaf hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een vraag over de besproken stof

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: 
Lees blz. 52 en 53 uit het TB + geef antwoord in je schrift op (par 3.3) vraag 4 en 5 van TB blz. 61. 

4. Wat is de hoofdgedachte achter 'mare librum' en waarom is dat nog steeds van belang? 
5. Noem twee voorbeelden van denkers die naar de Republiek vluchtten. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies