Les 22: actieve en passieve zinnen

22 Actief en passieve zinnen bewust gebruiken



S. Boulanger
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

22 Actief en passieve zinnen bewust gebruiken



S. Boulanger

Slide 1 - Tekstslide

Luister naar het fragment en beantwoord de vragen:

  1. Hoe komt het dat er zoveel Nederlanders in Antwerpen zijn?
  2. (Heb jij daar ook iets van gemerkt?)
  3. Wat is het probleem volgens de kapper?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het verschil tussen een actieve en een passieve zin.

Slide 9 - Tekstslide


Duid de zinnen aan waar het onderwerp iets doet.

(de klemtoon ligt op de persoon)
A
Jochen baat een kapperszaak uit.
B
Antwerpen wordt overspoeld door Nederlanders
C
Een voorschot wordt gevraagd door de kapper bij een Nederlandse reservatie.
D
De Nederlanders sturen hun kat.

Slide 10 - Quizvraag

Duid de zinnen aan waar het onderwerp iets ondergaat.

(de klemtoon ligt op de handeling)
A
Antwerpen wordt overspoeld door Nederlanders
B
Onze hond is aangereden door zo'n Hollander.
C
Ik sta hier bij Jochen Van Hout.
D
Ik word geholpen door de kapper.

Slide 11 - Quizvraag

"De verpleegster verzorgt mij."
Vul aan: Ik word ....

Slide 12 - Open vraag

Actieve zin: "De verpleegster verzorgt mij."

Welke stelling klopt?
A
Het onderwerp voert de handeling uit.
B
Het onderwerp ondergaat de handeling.

Slide 13 - Quizvraag

Passieve zin: "Ik word verzorgd door de verpleegster."

Welke stelling klopt?
A
Het onderwerp voert de handeling uit.
B
Het onderwerp ondergaat de handeling.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen:
"Ik word verzorgd door de verpleegster."
en
"Ik ben verzorgd door de verpleegster."?

Slide 16 - Open vraag

Welke passieve zinnen zijn nog bezig?
(onvoltooid)
A
Mijn haar wordt geknipt.
B
Mijn haar is geknipt.
C
Het werk is door mijn collega gedaan.
D
Het werk wordt door mijn collega gedaan.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Vul de zin passend aan. Je krijgt al twee kernwoorden.

Slide 19 - Open vraag

Vul de zin passend aan. Je krijgt al twee kernwoorden.

Slide 20 - Open vraag

Van actief naar passief: het kruis

Slide 21 - Tekstslide

Het handelend voorwerp

Slide 22 - Tekstslide

Geef kenmerken van het zinsdeel dat in hoofdletters staat.
De verpleegster verzorgt mij.
Ik word verzorgd DOOR
DE VERPLEEGSTER.

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

a De auto werd gerepareerd.

Slide 32 - Open vraag

b Op onze schoolmuren is graffiti aangebracht.

Slide 33 - Open vraag

c Voor het goede doel worden vier cakes gebakken.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

a Na het feestje brengt een taxi Jordy naar huis.

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

b Mijn pluspapa leest mijn huiswerk na.

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Vond je dit een moeilijke oefening?
Ja
Nee

Slide 40 - Poll