wk 6 vast par 4.1 en 4.2

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek volgens de klassenplattegrond.
  • Telefoon in je tas
  • Jas uit

  • BEGINTAAK: Teken op je blaadje een ridder uit de (vroege) middeleeuwen. Bewaar je tekening goed! Je hebt hem aan het einde van de les nodig.



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek volgens de klassenplattegrond.
  • Telefoon in je tas
  • Jas uit

  • BEGINTAAK: Teken op je blaadje een ridder uit de (vroege) middeleeuwen. Bewaar je tekening goed! Je hebt hem aan het einde van de les nodig.



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klasregels klas 1b

  1. Op tijd komen
  2. Je bent stil als de docent de les start, absenten opneemt, tijdens de uitleg of als een klasgenoot iets vraagt. Je zit recht achter je tafel. Wil je wat vragen? Steek dan je vinger op.
  3. Tijdens het zelfstandig werken ben je aan het werken aan de opdracht(en). Je laat zien wat je hebt gedaan.
  4. Niet in discussie met de docent. Na de les kun je in gesprek met de docent.
Consequenties (bij niet opvolgen)
  1. Briefje halen & te laat gemeld
  2. 1e x een waarschuwing + naam op het bord. 2e x je naam genoemd = gele kaart halen.
  3. 1e x een waarschuwing omdat je niet aan het werk bent + naam op het bord. 2e x je naam genoemd omdat je niet aan het werk bent= gele kaart halen. 









Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Begintaak
  2. Lesdoelen (5 min)
  3. Uitleg paragraaf 4.1 en 4.2 (
  4. Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Welke invloed hadden geweld en geloof in de vroege Middeleeuwen?
  • Hoe ontstond het rijk van de Franken?
  • Hoe bestuurden de Franken hun rijk?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van monniken en ridders
500 - 1000

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
tijdlijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late/hoge Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het einde van het West-Romeinse Rijk:

  • Volksverhuizing = volkstammen voerden oorlog met elkaar om de rijkdommen en het grondgebied van de Romeinen.
  • Oorlog en onrust
  • Onveilige wegen = geen handel = trekken naar het platteland!



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bidden in onveilige tijden
  • Vanwege de onveiligheid zochten veel boeren bescherming bij een kasteelheer (zoals de heer Morken) of de abt (katholieke kerk). 
  • In ruil voor bescherming moesten mensen hun vrijheid opgeven. 
  • Door te bidden hoopten mensen te ontsnappen aan oorlogen, ziekten, hongersnoden en natuurrampen. 
  • Geloof en geweld ging vaak samen
    (mensen waren verplicht om christenen te worden).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de geschiedenis van de vroege Middeleeuwen belangrijk?
  • De opkomst van het Heilige Roomse Rijk, later bekend als he Duitse Keizerrijk. 
  • Door het verspreiding van het christendom zijn er kerken en kloosters in heel Europa. 
  • De opkomst van de Islam.
  • Het leenstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franken 
  • Veel Ger. stammen trokken het Romeinse Rijk binnen = volksverhuizingen
  • Ook de Franken verhuizen naar NL, BE & FR.
  • De Franken waren verdeeld in allerlei clans/families.
Een Frankisch gezin onderweg uit Germania naar Belgica om zich daar te vestigen met de hoop een betere toekomst te krijgen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merovingen
  •  Clovis wist rond 500 n. Chr. de Franken te verenigen.
  • Hij kwam uit de familie van de Merovingen.
  • Rond 499: Clovis laat zich dopen tot christen  
Je moet toch wel toegeven dat Clovis I er best koninklijk uitziet :)
Dit was zijn vrouw Clothilde

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Frankische rijk stond onder leiding van Clovis uit de familie van de merovingen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merovingische koningen werden ondersteund door hofmeiers die in de praktijk het koninkrijk en de schatkist beheerden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karolingen
  • =Familie van hofmeiers die het rijk overnamen.
  • Karel de Grote was de machtigste koning van de Franken (768-814).
  • Bijnaam= 'Vader van Europa'

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Het bestuur van het rijk


  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van edelen: mannen met veel aanzien en voorrechten in de samenleving. De edelen samen noemen we de adel.
  • Een hertog bestuurde een hertogdom en een graaf een graafschap.
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens de koning (leenheer) besturen: zij werden zijn leenmannen (vazal). 
  • Dit bestuurssysteem met leenheren en leenmannen heet het leenstelstel (feodalisme)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel in het kort
  • Leenheer KDG leent land uit in ruil voor trouw en diensten van leenmannen. 
  • Leenmannen lenen dat land vervolgens uit aan achterleenmannen.
  • Dit systeem heet het leenstelsel of feodalisme
Karel de Grote geeft een stuk land te leen aan één van zijn edelen. Karel de Grote is nu dus de Leenheer en de edelman is een Leenman of vazal (betekend hetzelfde)

Slide 18 - Tekstslide

Vind je dit ingewikkeld? Kies dan het 2de i-uur in week 7
  • Vazal = leenman
Het feodale stelsel
Het feodale stelsel/ feodalisme/ leenstelsel werd steeds groter en uitgebreider. De leenmannen gingen het hunzef ook wat makkelijker maken om een leengebied te besturen door in dit gebied weer achterleenmannen te benoemen. Deze achterleenmannen bestuurde dus een kleiner gebied van de leenman (die nu dus ook een soort leenheer is geworden)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel of Feodale stelsel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vazal is een........?
A
Leenman
B
Leenheer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even terug naar je ridder...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ridders
  • ridder = gewapende ruiter
  • KdG gebruikte ridders om zijn rijk te verdedigen en de Mooren, Longobarden en Saksen te verslaan.
  • Ridders droegen maliënkolder. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies