BS 4 prenataal onderzoek + BS5 Geboorte (3 basis)

deel 2 van 2.4 & 2.5 geboorte

1 / 23

Slide 1: Tekstslide

BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

deel 2 van 2.4 & 2.5 geboorte

Slide 1 - Tekstslide

2.4 prenataal onderzoek

prenataal = voor de geboorte onderzoek doen naar gezondheid kind

waarom?

vorige zwangerschappen - miskraam

afwijkingen /erfelijke ziekten bekend in de familie

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht: onderzoekje

echoscopie
NIPT
vlokkentest
vruchtwaterpunctie

Hoe verloopt het onderzoek?

Is het schadelijk voor moeder/kind?

Wat wordt onderzocht?

Slide 3 - Tekstslide

NIPT

bloedonderzoek moeder

DNA baby zit in bloed van moeder

afwijkingen in DNA (zoals downsyndroom)

Slide 4 - Tekstslide

Vlokkentest

Arts haalt cellen uit placenta

onderzoek naar afwijkingen in DNA en chromosomen

Kleine kans op miskraam

Slide 5 - Tekstslide

Vruchtwaterpunctie

Arts zuigt met naald kleine hoeveelheid vruchtwater op

bevat cellen van foetus

chromosomen onderzoek

kleine kans op miskraam

Slide 6 - Tekstslide

Echoscopie of echo

met geluidsgolven wordt beeld gemaakt

groei baby bekijken

20 weken- uitgebreide echo voor zichtbare afwijkingen/ geslacht

Slide 7 - Tekstslide

2.5 Geboorte

leerdoelen

Je kunt de fasen van de geboorte omschrijven

Slide 8 - Tekstslide

De indaling

Is voor de geboorte (een paar weken). Het hoofdje van de foetus zakt in het bekken van de moeder.

Slide 9 - Tekstslide

Bevalling

Na ongeveer 9 maanden volgt de geboorte (bevalling).

Via de vagina komt de baby naar buiten.

Slide 10 - Tekstslide

3 fasen

De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting

- de uitdrijving

- de nageboorte

Slide 11 - Tekstslide

Ontsluiting

Begint met weeën.

Door weeën gaat de baarmoedermond open.

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand. Ze vinden met tussenpozen plaats. Ze zijn bedoeld om de baby naar buiten te duwen. Door de weeën wordt de baarmoedermond wijder. Dit heet ontsluiting. De vruchtvliezen breken vaak en het vruchtwater vloeit dan via de vagina weg. Als de ontsluiting ongeveer 10 cm (volledige ontsluiting) kan de baby geboren worden.

Slide 12 - Tekstslide

De ontsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Uitdrijving

Als de baarmoedermond ver genoeg open is kan de baby naar buiten.

Pers weeën duwen de baby naar buiten. Dat is de uitdrijving. De weeën worden steeds krachtiger en de spieren van de buikwand doen mee. Dit zijn persweeën. Het kind wordt naar buiten geduwd.

Slide 14 - Tekstslide

De uitdrijving

Slide 15 - Tekstslide

Normale ligging: het hoofdje komt eerst naar buiten. Bij stuitligging komen de billen of het voetje eerst naar buiten

Slide 16 - Tekstslide

Na de geboorte moet er nog het een en ander gebeuren...

Slide 17 - Tekstslide

Na de geboorte

Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen.
Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt.
De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen.

Slide 18 - Tekstslide

Maar de bevalling is nog niet afgelopen!

Er komt nog een 3e fase:

De nageboorte

Slide 19 - Tekstslide

fase 3: de nageboorte

Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.

Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden.

de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng

Dit noemen we de nageboorte.

Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje.

Slide 20 - Tekstslide

normale ligging

(hoofdje komt eerst)

stuitligging

(kontje of voetjes van baby komen eerst)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!

Wat? Opdracht 1-8 van Basisstof 5 Geboorte

Klaar? Test jezelf online

Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer

1:00

Slide 23 - Tekstslide