1.2 Elektrische energie vervoeren

Sleep naar de juiste plaats:
transformator
turbine
brander
generator
1 / 46
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Sleep naar de juiste plaats:
transformator
turbine
brander
generator

Slide 1 - Sleepvraag

Bereken de energie als een kachel 20 minuten brandt. De kachel heeft een vermogen van 2 kW
A
2 400 000 J
B
2 400 J
C
0,66 J
D
4000 J

Slide 2 - Quizvraag

Zet de onderdelen van de elektriciteitscentrale in de juiste volgorde.
Verandert water in stoom.
Laat een magneet draaien
Wekt elektrische energie op
Verandert stoom in water
Brander
Koeler
Turbine
Generator

Slide 3 - Sleepvraag

Stroom door een draad
Als er een stroom door een draad loopt, ontstaat er altijd
 (een beetje) warmte. Elektrische energie wordt omgezet in warmte. Dit is energieverlies.

Slide 4 - Tekstslide

Elektriciteitsnet
Een hogere spanning is
minder energieverlies

Daarom wordt elektriciteit
over grote afstanden met 
een hoge spanning 
vervoert.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

10 000 Volt
380 000 Volt
10 000 Volt
230 Volt

Slide 7 - Tekstslide

Wisselspanning lichtnet
f = 50 Hz
Gelijkspanning batterij
Effectieve spanning

Slide 8 - Tekstslide

Transformator
Kan  wisselspanning verhogen/verlagen afhankelijk van de verhouding van het aantal windingen van de primaire en secundaire spoel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Werking van een transformator
Een transformator bestaat uit twee spoelen van geisoleerde koperdraad om een weekijzeren kern.
  • Primaire spoel wordt verbonden met het 
       lichtnet, secundaire spoel met het apparaat.
  • Wisselstroom gaat door de primaire spoel, 
       die wordt een elektromagneet.
  • Weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd.

Slide 11 - Tekstslide

Werking van een transformator (2)

  • Gevolg - er ontstaat in de 
secundaire spoel een 
veranderende magneetveld, 
wat een lagere wisselspanning 
opwekt.

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk om op te merken

De twee spoelen zijn geïsoleerd en er gaat dus geen stroom via het ijzer van de eerste naar de tweede spoel! De energie wordt overgegeven via de magnetische velden.

Slide 13 - Tekstslide

formule
  • N = aantal windingen





  • U = spanning in [V]

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ideale transformator

Opgenomen vermogen (P) van de primaire is het afgestane vermogen van de secundaire spoel.

P = U * I

Slide 17 - Tekstslide

De transformator van een deurbel zet een wisselspanning van 230 V om in een wisselspanning van 12 V. De primaire spoel heeft 400 windingen.
Bereken het aantal windingen van de secundaire spoel.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

De ideale transformator
Een transformator zet elektrische energie met een hoge spanning om in elektrische energie met een lage spanning (of andersom).

Daarbij ontstaat een kleine hoeveelheid warmte: energieverlies.

Bij een ideale transformator zeggen we dat er geen energieverlies is.

Dus het vermogen van de primaire en secundaire spoel zijn gelijk. 

Slide 20 - Tekstslide

De ideale transformator
Dus het vermogen van de primaire en secundaire spoel zijn gelijk. 

Oftwel:     Pp = Ps

Slide 21 - Tekstslide

Elektriciteit uit het stopcontact is:
A
gelijkspanning van 230v
B
wisselspanning 230v 50Hz
C
wisselspanning 230v 60Hz
D
gelijkspanning 110v

Slide 22 - Quizvraag

Maakt het voor een apparaat uit of het op een wisselspanning of op een gelijkspanning werkt?
A
Ja
B
Nee
C
Ligt aan het apparaat

Slide 23 - Quizvraag

Kunnen alle apparaten thuis werken op de spanning van 230 V?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

In een transformator wordt de spanning naar beneden gebracht.
Wat weet je over deze transformator?
A
De primaire spoel heeft meer windingen dan de secundaire spoel.
B
De secundaire spoel heeft meer windingen dan de primaire spoel.

Slide 25 - Quizvraag

In wat voor apparaat zit een kleine transformator?
A
Adapter
B
Batterij
C
Stopcontact
D
spanningsmeter

Slide 26 - Quizvraag

Wat doet een transformator
A
Verhoogt de spanning
B
verlaagt de spanning
C
Verhoogt en verlaagt de spanning

Slide 27 - Quizvraag

Elektriciteitscentrale
Hoogspanningskabel
Middenspanningsstation
Woning-elektriciteit

Slide 28 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde
El. Centrale
Verdeelstation
Hoogspanningslijnen
Transformatorhuisje
Meterkast

Slide 29 - Sleepvraag

Een ideale transformator betekent?
A
Dat het formaat klein is
B
Dat er geen spanning verloren gaat
C
Dat er geen energie verloren gaat
D
Dat er geen stroom verloren gaat

Slide 30 - Quizvraag

Een transformator heeft twee spoelen.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag


Een transformator heeft twee spoelen en een ijzeren kern.
Waarom is de kern van ijzer?
A
ijzer geleidt elektriciteit
B
ijzer geleidt warmte
C
ijzer kan magnetisch zijn
D
ijzer is zwaar

Slide 32 - Quizvraag

wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie veranderen
C
Spanning veranderen
D
Kortsluiting voorkomen

Slide 33 - Quizvraag

Een transformator werkt alleen, omdat er een wisselend magnetisch veld in de transformator wordt opgewekt.
Een transformator werkt dus alleen als hij aangesloten wordt op:
A
Gelijkspanning
B
Wisselspanning

Slide 34 - Quizvraag

Hoe herken je de primaire spoel van de transformator?
A
Dat is de linker spoel
B
Dat is de rechter spoel
C
Die is aangesloten op de spanningsbron
D
Dat is de spoel met de meeste windingen

Slide 35 - Quizvraag


Aan welke kant van deze
transformator staat de
grootste spanning?
A
links (primaire spoel)
B
rechts (secundaire spoel)

Slide 36 - Quizvraag

Hoe zit het met
spanning bij een transformator?
A
primair = gelijkspanning secundair = gelijkspanning
B
primair = wisselspanning secundair = wisselspanning
C
primair = gelijkspanning secundair = wisselspanning
D
primair = wisselspanning secundair = gelijkspanning

Slide 37 - Quizvraag

De linkerspoel in deze transformator noem
je de .............. en de rechterspoel de .................... .
A
primaire spoel; secundaire spoel
B
secundaire spoel; primaire spoel
C
primaire spanning; secundaire spoel
D
primaire spoel; secundaire spanning

Slide 38 - Quizvraag

Als je je telefoon oplaad zitten er 4 transformatoren tussen de energiecentrale en jouw telefoon. Transformeren deze nu juist omhoog of omlaag? En naar welke spanningen is dit dan? tip: bekijk je boek!
Transformator in...
Omhoog of omlaag?
transformeert van...
transformeert naar..
de energiecentrale
20000 V
Transformatorstation
Transformatorhuisje
Adapter van je telefoon
10 V
Omlaag
Omlaag
Omlaag
Omhoog
380000 V
380000 V
10000 V
10000 V
230 V
230 V

Slide 39 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als er een stroom door een draad loopt?
A
Er ontstaat warmte
B
Er ontstaat licht
C
De draad wordt sterker

Slide 40 - Quizvraag

Zet op aflopende spanning

Slide 41 - Sleepvraag

Waarom wordt elektriciteit over grote afstanden met een hoge spanning vervoerd?
A
Minder energieverlies
B
Meer energieverlies
C
Sneller transport

Slide 42 - Quizvraag

Werking van een transformator
Door de primaire spoel loopt een wisselstroom. Daardoor ontstaat er een magnetisch veld dat telkens van richting en grootte verandert. Het werkt als een elektromagneet.
De weekijzeren kern wordt door de primaire spoel gemagnetiseerd. En verandert dus ook 100 keer per seconde van richting.
Het magneetveld in de secundaire spoel verandert door de gemagnetiseerde weekijzeren kern. Hierdoor ontstaat er een wisselspanning op de uiteinden van de secundaire spoel. 

Slide 43 - Tekstslide

Waar vind je dit principe?

Slide 44 - Tekstslide

Wat is de werking van een transformator?
A
Magneetveld geeft elektrische energie door
B
Magneetveld genereert elektriciteit
C
Er is elektrische stroom tussen de spoelen

Slide 45 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen gelijkspanning en wisselspanning?
A
Wisselspanning heeft vaste + en -
B
Gelijkspanning heeft vaste + en -
C
Wisselspanning loopt altijd in dezelfde richting

Slide 46 - Quizvraag