klas 1, week 1, les 2

deze week
onderdeel:   Lezen hoofdstuk 4

huiswerk:     woensdag 6 januari  - opdr. 1 + 2
                       donderdag 7 januari - opdr. 3 t/m 5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

deze week
onderdeel:   Lezen hoofdstuk 4

huiswerk:     woensdag 6 januari  - opdr. 1 + 2
                       donderdag 7 januari - opdr. 3 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

deze les
1. huiswerk bespreken en nakijken
2. huiswerk maken (opdr. 3 t/m 5)

Slide 2 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 1
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

lezen H4
[1]
Sjoerd was voor het eerst als negenjarige op bezoek bij Uilen- en dierenpark De Paay in Beesd. Hij werd tijdens dat eerste bezoek de held van de dag, want zonder te aarzelen ving hij een ontsnapte baardhagedis. Stoere actie vonden de verzorgers dat. Zijn vader bracht hem daarna op het idee. Misschien kon hij er aan het werk? Sjoerd is op zijn fiets gesprongen om het te vragen. Het mocht. Nu is hij al vier jaar vrijwilliger. Wat doet hij als dierenverzorger allemaal in het dierenpark?

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 2
A
alinea 1
B
alinea 2
C
alinea 3
D
alinea 4

Slide 5 - Quizvraag

lezen H4
...Misschien kon hij er aan het werk? Sjoerd is op zijn fiets gesprongen om het te vragen. Het mocht. Nu is hij al vier jaar vrijwilliger. Wat doet hij als dierenverzorger allemaal in het dierenpark?


[2]Sjoerd van Zoeten uit Schoonrewoerd zit in de eerste klas van de vmbo-school Westhoek in Gorinchem. Hij werkt elke zaterdag, en soms vaker, in het dierenpark. Zijn taken zijn: de beesten eten en water geven, de hokken schoonmaken. Als hij daarmee klaar is, verzint zijn baas, die in een huis op het park woont, wel weer nieuwe klusjes voor hem.

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 3
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 7 - Quizvraag

lezen H4
[4]
Botjes en haren kunnen de uilen niet verteren, die spugen ze uit. De opdracht van Sjoerd is om de uilenballen in het hok van de uilen op te vegen. Bij de meeste uilen, zegt hij, kun je dat veilig doen. In het ergste geval komen ze op je hoofd zitten of grijpen ze je in je nek. Niet erg. Pijnlijker was het moment dat een kameel op de tenen van zijn rechtervoet ging staan: die werden knalblauw. 



[5]
Sjoerd krijgt geen geld voor zijn werkzaamheden, maar hij kan zo wel zijn eigen beesten onderhouden. Hij heeft thuis een terrarium met twee baardagamen (grote hagedissen met baard) die krekels, sprinkhanen en kleine muisjes eten. Sjoerd weet zeker dat hij later dierenverzorger wil worden.

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 4
[1] Sjoerd was voor het eerst als negenjarige op bezoek bij Uilen- en dierenpark De Paay in Beesd. Hij werd tijdens dat eerste bezoek de held van de dag, want zonder te aarzelen ving hij een ontsnapte baardhagedis. Stoere actie vonden de verzorgers dat. Zijn vader bracht hem daarna op het idee. Misschien kon hij er aan het werk? Sjoerd is op zijn fiets gesprongen om het te vragen. Het mocht. Nu is hij al vier jaar vrijwilliger. Wat doet hij als dierenverzorger allemaal in het dierenpark?

Slide 9 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 4
[1] Sjoerd was voor het eerst als negenjarige op bezoek bij Uilen- en dierenpark De Paay in Beesd. Hij werd tijdens dat eerste bezoek de held van de dag, want zonder te aarzelen ving hij een ontsnapte baardhagedis. Stoere actie vonden de verzorgers dat. Zijn vader bracht hem daarna op het idee. Misschien kon hij er aan het werk? Sjoerd is op zijn fiets gesprongen om het te vragen. Het mocht. Nu is hij al vier jaar vrijwilliger. Wat doet hij als dierenverzorger allemaal in het dierenpark?

Slide 10 - Tekstslide

lievelingsdieren
werkzaamheden
uilenballen vegen
1
2
3
4
5

Slide 11 - Sleepvraag

opdracht 1, vraag 6

Slide 12 - Open vraag

opdracht 1, vraag 6
[2]
Sjoerd van Zoeten uit Schoonrewoerd zit in de eerste klas van de vmbo-school Westhoek in Gorinchem. Hij werkt elke zaterdag, en soms vaker, in het dierenpark. Zijn taken zijn: de beesten eten en water geven, de hokken schoonmaken. Als hij daarmee klaar is, verzint zijn baas, die in een huis op het park woont, wel weer nieuwe klusjes voor hem. 



[4] Botjes en haren kunnen de uilen niet verteren, die spugen ze uit. De opdracht van Sjoerd is om de uilenballen in het hok van de uilen op te vegen. Bij de meeste uilen, zegt hij, kun je dat veilig doen. In het ergste geval komen ze op je hoofd zitten of grijpen ze je in je nek. Niet erg. Pijnlijker was het moment dat een kameel op de tenen van zijn rechtervoet ging staan: die werden knalblauw.


[5] Sjoerd krijgt geen geld voor zijn werkzaamheden, maar hij kan zo wel zijn eigen beesten onderhouden. Hij heeft thuis een terrarium met twee baardagamen (grote hagedissen met baard) die krekels, sprinkhanen en kleine muisjes eten. Sjoerd weet zeker dat hij later dierenverzorger wil worden.

Slide 13 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 7 + 8

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 7 + 8
[5]
Sjoerd krijgt geen geld voor zijn werkzaamheden, maar hij kan zo wel zijn eigen beesten onderhouden. Hij heeft thuis een terrarium met twee baardagamen (grote hagedissen met baard) die krekels, sprinkhanen en kleine muisjes eten. Sjoerd weet zeker dat hij later dierenverzorger wil worden.

Slide 15 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 9

Slide 16 - Tekstslide

opdracht 1, vraag 9
[5]
Sjoerd krijgt geen geld voor zijn werkzaamheden, maar hij kan zo wel zijn eigen beesten onderhouden. Hij heeft thuis een terrarium met twee baardagamen (grote hagedissen met baard) die krekels, sprinkhanen en kleine muisjes eten. Sjoerd weet zeker dat hij later dierenverzorger wil worden.

Slide 17 - Tekstslide

Over welke vraag van opdracht 2 heb je een vraag? (nummers of x)

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

opdracht 2
1 A Nederlandse tennissers verliezen de aansluiting bij de wereldtop.
2 Je kunt zien waar het middenstuk begint aan het tussenkopje na boven al. 2 en door de witregel voor al. 8.
3 De schrijver maakt je nieuwsgierig met de laatste zin van de eerste alinea: ‘Er zijn ... kunnen brengen.’
4 Je ziet het snel aan de tussenkopjes. De kopjes geven aan waar de veranderingen mee te maken hebben: ouders, plezier, gretigheid en voetstuk.
5 Hij bedoelt, dat er geen Nederlandse toptennissers meer zijn als de toptennissers die er nu zijn stoppen.
6 Het gevolg is dat je het plezier in de sport waarvoor je traint verliest.
7 Zijn ouders begrepen beter dat je ook kind moet kunnen zijn en dat het niet alleen maar om presteren en trainen gaat.
8 a onjuist, b onjuist, c onjuist, d juist, e juist, f juist
9 C een wens van de schrijver
10 passie en plezier


Slide 20 - Tekstslide

lezen H4
Welke vragen heb je op dit moment?

Slide 21 - Tekstslide

lezen H4
De rest van de les:
- huiswerk maken
- lezen
- vragen stellen via de chat of microfoon

Let op: je moet online blijven tot ik het aangeef.

Slide 22 - Tekstslide