1. Organismen

1.1 Organismen
Thema 1:  Planten en dieren
Basisstof 1: Organismen
Voor 2de bel:
Boek, schrift en pen op tafel!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.1 Organismen
Thema 1:  Planten en dieren
Basisstof 1: Organismen
Voor 2de bel:
Boek, schrift en pen op tafel!

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les: 
Kun je omschrijven wat het woord 'biologie' betekent. 
Kun je uitleggen wat een 'organisme' is
Kun je de 7 levensverschijnselen benoemen en uitleggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekend het woord "Biologie" denk je?

Slide 3 - Open vraag

Biologie 
bios = leven
logos = leer/wetenschap
biologie = de leer van het leven

Slide 4 - Tekstslide

Organisme
een organisme is een levend wezen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je weten of iets een organisme is?
(dus: wat is een levend wezen en hoe weet je dat?)

Slide 6 - Woordweb

de 7 levensverschijnselen
BEWEGEN
WAARNEMEN
VOEDEN
GROEIEN
UITSCHEIDEN
ADEMHALEN
VOORTPLANTEN

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Stoffen opnemen en afgeven
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden

Slide 9 - Tekstslide

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Reageren op de omgeving
  • waarnemen
  • bewegen

Slide 10 - Tekstslide

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Voortbestaan
  • voortplanten
  • groeien

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

een organisme wat leeft: 
Vertoont alle 7 levensverschijnselen. 


MAAAAAAAAAAR... een organisme leeft niet voor altijd..
Is het dan nog wel een organisme?!

Slide 13 - Tekstslide

Levend - dood - levenloos

Slide 14 - Tekstslide

Levend       Dood       Levenloos

Slide 15 - Tekstslide

levenloos
1
dood
2
levend
3
levenloos
4
dood
5
dood
7
levend
8
levend
6
levenloos
9

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken
1 tot en met 4 ("makkelijk/kennis")
7, 8 en 9 ("moeilijk/inzicht")

Klaar?! maak nu opdracht 5

Slide 17 - Tekstslide

Klassikaal
Maken samenhang opdracht. 

Slide 18 - Tekstslide

Levend of levenloos?

plastic speelgoedauto
A
levend
B
levenloos

Slide 19 - Quizvraag

Levend of levenloos?

Een boom
A
levend
B
levenloos

Slide 20 - Quizvraag

Levend of levenloos?

Fiets
A
levend
B
levenloos

Slide 21 - Quizvraag

Een plant is geen levend wezen want hij ademt niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Een vrouw van 80, die nooit kinderen heeft gekregen, is geen organisme want ze heeft zich nooit voortgeplant.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Een eikenboom is geen levend wezen want hij voedt zich niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een robot die je huis kan stofzuigen is een levend wezen want hij beweegt.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een bacterie is een organisme
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Een paddenstoel is een organisme
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

De lucht is een organisme
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Slide 29 - Sleepvraag

1.2: Groei en ontwikkeling
4. Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.




Volgende les:
5. Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie
6. Je kunt de levenscyclus van een zaad beschrijven.
Begrippen: groei, ontwikkeling, levenscyclus



Slide 30 - Tekstslide

Groei

Groei

Het groter en zwaarder worden van een organisme

Slide 31 - Tekstslide

Ontwikkeling

Ontwikkeling

Veranderingen in de bouw van een organisme.

Het kikkervisje had eerst nog geen poten, later wel.

Slide 32 - Tekstslide

2

Slide 33 - Video

00:10
Wat gebeurd er in de eerste dagen?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 34 - Quizvraag

00:22
is er ontwikkeling bij dag 10?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Wat gebeurde er in de eerste dagen?
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 36 - Quizvraag

Zie je ontwikkeling bij dag 9 en 10?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

3

Slide 38 - Video

01:43
Je ziet bloemen verschijnen. dit is een voorbeeld van
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 39 - Quizvraag

01:59
De bloemen gaan open en dicht. Welk levenskenmerk past hierbij?

Slide 40 - Open vraag

02:41
De tomaten worden groter. welk begrip past hierbij?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 41 - Quizvraag

Opdrachten 1.2
Opdracht 1

Slide 42 - Tekstslide

Je ziet nu bloemen verschijnen. Dit is een voorbeeld van...
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 43 - Quizvraag

De bloemen gaan open en dicht. Welk levenskenmerk past hier bij?

Slide 44 - Open vraag

De tomaten worden groter. Welk begrip past hier goed bij?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 45 - Quizvraag