3.4 Een nieuw geloof

Het Romeinse Rijk


3.4 een nieuw geloof
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk


3.4 een nieuw geloof

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen christendom, jodendom, vervolging, godsdienstvrijheid en staatsgodsdienst (R)

  • kun je uitleggen hoe het christendom is ontstaan.  (T1)

  • kun je uitleggen hoe het christendom van een vervolgde godsdienst een staatsgodsdienst werd.  (T2)

  • kun je beoordelen welke keizer het belangrijkst is geweest voor het Christendom. (I)

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van het christendom?

Slide 4 - Woordweb

Weet jij of en waar er nog mensen om hun geloof vervolgd worden?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Waar ligt Judea? (Israël/
Palestina)
Sleep de rode stip naar de juiste plek.

Slide 9 - Sleepvraag

De Romeinen

Geloofden in meerdere goden.

Slide 10 - Tekstslide

De Romeinen en de Joden
In 63 v.C. veroverden de Romeinen Judea

Inwoners Judea waren de joden, zij geloofden in één god (Jahweh)



Slide 11 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 12 - Tekstslide


Jezus van Nazareth


  • Jezus was een Joodse man.
  • Hij trekt rond door Palestina rond het jaar 1
  • Voor de een is hij een profeet voor de ander de zoon van god...
  • Hij sterft aan het kruis, een straf van de Romeinen

Slide 13 - Tekstslide

Betrouwbaar?
Heeft Jezus echt bestaan?


  • Waarschijnlijk wel
  • Geen geschreven bronnen
  • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven;
    bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 14 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk




  • Veel mensen worden christen.
  • Aantrekkelijke boodschap van gelijkheid en de hemel. Fijn vooruitzicht als arme (Romein).
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 15 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 16 - Tekstslide


Christenvervolging


  • Christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
    en dat is niet de Romeinse keizer!

  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 17 - Tekstslide


Christenvervolging
Christen zijn in Romeinse rijk levensgevaarlijk!


Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De romeinen

Verboden het christendom voor lange tijd. 

Dit leidde tot
christen
vervolgingen

Slide 20 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 21 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heten volgelingen van Jezus?
A
Christenen
B
Joden
C
Romeinen
D
Hippies

Slide 23 - Quizvraag

Wat was er zo bijzonder aan de Joden?
A
Zij spraken als enige een andere taal
B
Zij geloofden in slechts één god
C
Zij waren allergisch voor Romeinse goden
D
Alle joden waren priesters

Slide 24 - Quizvraag

Waarom vonden de Romeinen Jezus gevaarlijk?
A
Hij wilde de Romeinse keizer vermoorden
B
Hij liet veel christelijke tempels bouwen
C
Hij liet veel Romeinen kruisigen
D
Hij kreeg veel aanhangers

Slide 25 - Quizvraag

Welke Romeinse keizer stopt de christenvervolging?
A
Keizer Nero
B
Keizer Constantinopel
C
Keizer Constantijn
D
Keizer Augustus

Slide 26 - Quizvraag

Hoe kon het christendom
zich snel verspreiden?
A
Er werden veel boeken over geschreven
B
Christenen maakten gebruik van postduiven
C
Er heerste vrede en de wegen waren goed
D
De christenen hadden al een Facebook-pagina

Slide 27 - Quizvraag

Waarom was het christendom zo populair?
A
Jezus zei dat iedereen gelijk was voor God
B
Voor iedereen was er een plek in de hemel
C
Jezus hielp vooral arme en zieke mensen
D
Alle christenen kregen gratis sandalen

Slide 28 - Quizvraag

Waarom was het gevaarlijk om christen te zijn in het Romeinse rijk?
A
Christenen werden vaak vervolgd
B
Wie christen was moest een boete betalen
C
Omdat er veel Romeinse tempels waren kregen joden een allergische reactie
D
Christenen konden niet in de hemel komen

Slide 29 - Quizvraag

Het christendom werd verboden
Joden en Christenen weigeren te geloven in de Romeinse godsdienst

Er was godsdienstvrijheid, maar iedereen moest geloven in Romeinse keizers en goden

De Christenen werden gestraft en vermoord in het Romeinse Rijk

Slide 30 - Sleepvraag

Betrouwbaarheid van bronnen
een feit of een mening?

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 5

Slide 32 - Tekstslide

Feit
  • Geen discussie mogelijk
  • Meerdere betrouwbare
     bronnen zeggen hetzelfde
Mening
  • Persoonlijke opvattingen
  • Woorden als 'ik vind' of
     'volgens mij'
  • Waardeoordelen zoals
     'mooi' of 'belangrijk' 

Slide 33 - Tekstslide




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 34 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 35 - Tekstslide


Constantijn de Grote


Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 36 - Tekstslide





...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 37 - Tekstslide


Staatsgodsdienst


  • In 380 verplicht keizer Theodosius iedereen om christen te worden; 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn... De rollen zijn nu omgedraait. 
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 38 - Tekstslide

Romeinen
Grieken
Legden de basis voor de wetenschap
Groot rijk
Christendom
Zeus

Slide 39 - Sleepvraag

Begrippen uit deze les

  • godsdienstvrijheid
  • staatsgodsdienst 
  • christendom
  • jodendom
  • vervolging

Slide 40 - Tekstslide