Taalcompleet B1 2.5 De mantelzorger

Taalcompleet B1 Thema 2.5
 De mantelzorger
                                                                                       


                                                                             woordenschat
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalcompleet B1 Thema 2.5
 De mantelzorger
                                                                                       


                                                                             woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
kort herhalen woorden 2.4
blauwe woorden 2.5
boek blz 72 t/m 75
doel: aan het eind van de les maak je goede, betekenisvolle zinnen met de woorden van opdracht 83

Slide 2 - Tekstslide

Die informatie is ........................... Jij mag die niet lezen.
A
vertrouwelijk
B
diagnose
C
afwisselend
D
mogelijk

Slide 3 - Quizvraag

Mijn baan is erg ........................ Ik doe elke dag iets anders.
A
afwisselend
B
beperkt
C
vertrouwd
D
mogelijk

Slide 4 - Quizvraag

Na het concert heb je de .............................. om iets te drinken.
A
uitslag
B
aanpak
C
mogelijkheid
D
afwisseling

Slide 5 - Quizvraag

de mantelzorger

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Boek:
blz 72 en 73 :lees de tekst + bespreek 77 en 78

Slide 31 - Tekstslide

Waarom is er veel mantelzorg in Nederland?
A
Mensen worden steeds ouder.
B
Minder mensen werken in de zorg.
C
Mensen wonen graag in een verpleeghuis.

Slide 32 - Quizvraag

Wat voor zorg geef je als mantelzorger?
A
praktische hulp
B
hulp voor korte tijd
C
geestelijke hulp

Slide 33 - Quizvraag

Wie kunnen je helpen als je mantelzorger bent?
A
de gemeente, de huisarts, de zorgverzekering
B
de Mantelzorglijn
C
het ziekenhuis

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een verpleeghuis?
Een antwoord is goed.
A
een ziekenhuis
B
een plaats waar mensen die lang ziek zijn wonen
C
een plaats waar mensen die kort ziek zijn wonen

Slide 35 - Quizvraag

Boek blz 74 en 75
Maak opdracht 79 t/m 82

Slide 36 - Tekstslide

troosten

Slide 37 - Open vraag

de vrijwilliger

Slide 38 - Open vraag

medisch

Slide 39 - Open vraag

de bejaarde

Slide 40 - Open vraag

het geheugen

Slide 41 - Open vraag

de rolstoel

Slide 42 - Open vraag

de patiënt

Slide 43 - Open vraag