Herhaling hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3
Herhaling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Doelen checken van hoofdstuk 4
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet jij of je de leerstof van hoofdstuk 4 goed begrijpt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 5 - Woordweb

Waar komt de naam "middeleeuwen" vandaan? Waarom kiezen wij deze naam voor deze periode?

Slide 6 - Open vraag

Wat weet jij eigenlijk
van de kerk?

Slide 7 - Woordweb

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 8 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik
wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken
was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe is de Islam ontstaan?
Wie is de profeet?

Slide 11 - Open vraag

Noem minimaal twee van de vijf zuilen van de Islam

Slide 12 - Open vraag

Waar komt de naam
kruistochten vandaan?

Slide 13 - Open vraag

Wat past NIET
bij kruistochten
A
Er vielen veel doden.
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd.
C
Het waren handelsreizen.
D
De reis duurde jaren.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe kwam het dat het christendom veel aanhangers kreeg?
A
Bij het christelijk geloof is iedereen gelijk. Dat sprak mensen aan.
B
Omdat de keizer dat wilde.
C
Omdat het populair was.
D
Omdat dit het enige geloof was.

Slide 15 - Quizvraag

In welk rijtje staat een held en een symbool?
A
Nelson Mandela en oranje kleding
B
Anne Frank en Nelson Mandela
C
Oranje kleding, klompen en tulpen

Slide 16 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen feiten en meningen.

Slide 17 - Open vraag

Maken
Afmaken hoofdstuk 3 + alle herhalingen.

Slide 18 - Tekstslide