6.4 Bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Goedemorgen!

Vandaag:

* Lezen 

* Uitleg basisstof 6.3 Bevruchting

* Opdrachten maken

(zelfstandig en samen)

Lezen basisstof 6.4 Bevruchting

Begin met lezen van basisstof 6.3 op:

Blz. 162 tot het einde

Leerdoelen basisstof 6.3

1. Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.

2. Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Tot nu toe hebben we geleerd:

Bloemen hebben meestal een mannelijk en vrouwelijk voortplantingsorgaan.

De gekleurde bladeren 

zorgen voor het lokken van insecten.

Insecten nemen het stuifmeel mee naar een 

andere bloem, dit heet bestuiving.

Na de bestuiving:

In het kort:

Als de stuifmeelkorrels op de stempel blijven plakken, groeit er een stuifmeelbuis uit.

De stuifmeelbuis groeit door de stijl heen naar de zaadbeginsels.

In 1 zaadbeginsel zit 1 eicel.

Bevruchting

In elke cel in planten (en je lichaam) zit een celkern.

Wat zit er in de celkern?

Bevruchting

Tijdens de bevruchting 'smelten' de celkernen van de eicel en zaadcel samen.

Zij worden dan samen 1 cel.

Uit deze bevruchte cel

kan een nieuwe plant groeien

bvj.secure.malmberg.nl

Bevruchte eicel

Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen.

Uit het zaadbeginsel 

ontstaat een zaad.

Uit het zaad ontstaat

 een kiem.

 

Meerdere zaden?

Als er meerdere zaden in een 

vrucht zitten, zijn er meerdere

stuifmeelkorrels op de stempel 

gekomen.

Opdrachten bij deze basisstof:

Opdracht 4 doen we over

samen.

Maak opdracht:

1 t/m 8

Dit is huiswerk!

Klaar?

Maak de samenhang 

of

Begin met begrippenlijst

Volgende les:

Gaan we verder aan:

Basisstof 6.4 Vruchten en zaden.

Huiswerk:

Opdracht 1 t/m 8