In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7
Slide 1 - Tekstslide
Externe effecten hebben altijd betrekking op het milieu
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Tony’s Chocolonely is een chocolademerk dat adverteert met het label: ‘op weg naar 100% slaafvrije chocolade’.
Op welk aspect richt dit merk zich?
A
sociaal
B
milieu
C
gezondheid
Slide 3 - Quizvraag
Mark gaat zijn huis isoleren om te besparen op zijn energierekening en schaft isolatiemateriaal aan bij de bouwmarkt. Het verpakkingsmateriaal brengt hij met de auto naar het afvalscheidingsstation.
Welke bewering is juist?
A
De besparing op stookkosten is een positief extern effect voor Mark
B
Het tegengaan van klimaatverandering doordat Mark zijn huis isoleert is een positief extern effect.
C
De kosten die Mark moet maken voor de isolatie zijn een negatief extern effect
Slide 4 - Quizvraag
Consumenten die maatschappelijk bewust willen consumeren lopen vaak aan tegen een gebrek aan transparantie.
Wat is een hulpmiddel voor consumenten bij dit probleem?
A
Een verbod op bepaalde producten
B
Informatie van de fabrikant op het etiket
C
Een keurmerk
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer noemen we productie ‘duurzaam’?
A
Als het niet te duur is
B
Als het rekening houdt met de gevolgen voor mens en milieu op de korte termijn.
C
Als het goed is voor het milieu
D
Als het rekening houdt met de gevolgen voor mens en milieu op de lange termijn
Slide 6 - Quizvraag
Koffieverkooppunten op stations geven reizigers de mogelijkheid om koffie te laten tappen in hun eigen beker. Dit is duurzamer dan wegwerpbekers. Pas sinds op het tappen in de eigen beker een kleine korting wordt gegeven neemt het gebruik van wegwerpbekers af.
Welke bewering is juist?
A
Korting geven zorgt voor een grotere gedragsverandering dan inspelen op gevoelens van duurzaamheid
B
Treinreizigers zijn rode consumenten
C
Treinreizigers vinden duurzaamheid onbelangrijk
D
Afval door wegwerpbekers kan gezien worden als een positief extern effect
Slide 7 - Quizvraag
Wasima vertelt aan haar collega dat ze een vliegticket naar Sardinië heeft gekocht. Ze vindt dat ze dit zonder schuldgevoel kan doen, omdat ze het hele jaar op de fiets naar haar werk is gegaan.
Welke uitspraak is juist?
A
Wasima is een donkergroene consument
B
Vliegen is niet schadelijk voor het milieu als je elke dag fietst
C
Wasima geeft zichzelf een morele vrijbrief
Slide 8 - Quizvraag
Bereken hoeveel euro een gemiddeld huishouden in 2018 duurder uit is dan in 2017. Ga ervan uit dat er gemiddeld 15 kilo afval in de afvalcontainer zit.
timer
4:00
Slide 9 - Tekstslide
Bereken hoeveel euro een gemiddeld huishouden in 2018 duurder uit is dan in 2017. Ga ervan uit dat er gemiddeld 15 kilo afval in de afvalcontainer zit.
Geef je antwoord in euro's op twee decimalen en zonder het €-teken
Slide 10 - Open vraag
Hoofdstuk 6
Slide 11 - Tekstslide
Uitleg
Oefenen
Kan ik al
rekenen met vraag- en aanbodvergelijkingen
het tekenen van vraag- en aanbodlijnen
uitleggen hoe het prijsmechanisme voor marktevenwicht zorgt
het onderscheid maken tussen concrete- en abstracte markten
beredeneren wanneer een vraag- of aanbodlijn verschuift
vraag en aanbod beschrijven op de arbeidsmarkt
redeneren en rekenen met de samenhang tussen arbeidsproductiviteit, werkende beroepsbevolking, werkloosheidpercentage en productiewaarde